Je hebt al wel gehoord
van de Boston Tea Party,
iets met een groepje
boze kolonisten,
verkleed als indianen
die kisten thee
in het water gooien.
Maar het verhaal is ingewikkelder,
vol machtsstrijd,
bedrijfscrisis,
gesmokkel
en de oorsprong
van de Amerikaanse Revolutie.
Wat je moet weten over
thee in de 18e eeuw,
is dat het heel, heel erg populair was.
In Engeland dronk
elke man, vrouw en kind
bijna 300 kopjes per jaar.
De Engelsen koloniseerden Amerika,
en dus waren de Amerikanen
ook dol op thee.
Tegen de jaren 1760 dronken ze
jaarlijks meer dan een miljoen pond thee.
Toen Groot-Brittannië
de belasting wilde verhogen
op thee in Amerika,
waren de mensen dus niet blij,
vooral omdat ze geen inspraak hadden
in de belastingpolitiek van Londen.
Ken je het beroemde zinnetje nog,
'Geen belasting
zonder vertegenwoordiging'?
De Amerikaanse kolonisten geloofden lang
dat ze niet onderworpen waren
aan de belastingen opgelegd
door een overheid
die hen niet vertegenwoordigde.
In plaats van belastingen te betalen,
ontliepen ze de belastingontvangers.
De oostkust van Amerika
is honderden mijlen lang
en de Britten waren laks in het innen,
dus was drie kwart
van de thee die Amerikanen dronken
smokkelwaar, meestal uit Holland.
Maar de Britten stonden erop
dat het parlement
de kolonisten mocht belasten,
vooral sinds de diepe Britse schulden
door de Zevenjarige Oorlog
met de Fransen.
Om het gat in de begroting te dichten,
keek Londen naar Amerika,
en legde in 1767 nieuwe
importtaksen op,
onder meer op de geliefde thee
van de Amerikanen.
De Amerikaanse reactie:
nee, bedankt!
Ze boycotten de invoer
van Britse thee
en zetten hun eigen thee.
Toen een nieuwe groep
Britse belastingcontroleurs
Londen om troepen vroegen
om de taksen te helpen innen,
raakten de gemoederen zo verhit dat
de troepen op een massa schoten in Boston
waarbij verschillende doden vielen
in de zogenaamde Slachting van Boston.
Op basis van de Theewet van 1773
brouwde het Parlement
een nieuwe strategie.
De Oostindische Compagnie
zou het thee-overschot
rechtstreeks via geselecteerde
contactpersonen verkopen in Amerika.
De prijs voor de klant zou dalen,
en de Britse thee zou kunnen
concurreren met de smokkelthee,
terwijl er toch wat taksen werden geïnd.
Maar de kolonisten hadden de Britten door
en riepen: "Monopolie!"
Het is koud en het regent
op 16 december 1773.
5.000 inwoners van Boston zijn verzameld
in het Old South Meeting House.
Ze willen horen of de
nieuwe ladingen thee
die in de haven zijn aangekomen,
worden uitgeladen
voor verkoop.
Toen één van de kapitein liet weten dat
hij niet mocht vertrekken met zijn lading,
stond Sam Adams op en riep:
"Deze vergadering kan het land
niet meer redden!"
Kreten van "Haven van Boston,
theepot vanavond!"
klonken uit de menigte
en zowat 50 man,
sommigen verkleed als indianen,
marcheerden naar de Griffinwerf,
bestormden 3 schepen
en gooiden 340 kisten thee overboord.
De Britse regering was woest en reageerde
met de zogenaamde
Dwingende Wetten van 1774,
die onder meer
de haven van Boston sloten
tot de bevolking had betaald
voor de thee aan de Oostindische Compagnie.
Dat gebeurde niet.
Vertegenwoordigers van de kolonies
vergaderden in Philadelphia
over de beste manier om te reageren
op de Britse onderdrukking.
Dit eerste Continentale Congres
steunde de vernietiging van de thee,
zegde steun toe aan een verdere boycot
en ging eind oktober 1774 uiteen
met nog meer eensgezindheid
en vastberadenheid
om de rechten en vrijheden te beschermen.
De Boston Tea Party
begon een kettingreactie
die kort daarna leidde
tot de Onafhankelijkheidsverklaring
en een bloedige opstand,
waarna de nieuwe natie vrij was om
haar thee min of meer in vrede te drinken.