1 00:00:14,000 --> 00:00:17,000 Viel het je ooit op dat het moeilijker is om je fiets op gang te krijgen 2 00:00:17,000 --> 00:00:20,000 dan met een constante snelheid te rijden? 3 00:00:20,000 --> 00:00:23,000 Of vroeg je je ooit af wat je fiets doet vooruitgaan? 4 00:00:23,000 --> 00:00:26,000 Of waarom hij vooruit gaat in plaats van naar achteren of zijwaarts? 5 00:00:26,000 --> 00:00:29,000 Misschien niet, en je bent niet de enige. 6 00:00:29,000 --> 00:00:31,000 Pas in de 17e eeuw 7 00:00:31,000 --> 00:00:34,000 beschreef Isaac Newton de fundamentele wetten van de beweging 8 00:00:34,000 --> 00:00:37,000 en begrepen we het antwoord op deze drie vragen. 9 00:00:37,000 --> 00:00:40,000 Newton ontdekte dat dingen de neiging hebben om te blijven doen 10 00:00:40,000 --> 00:00:43,000 wat ze al doen. Dus als je fiets gestopt is, 11 00:00:43,000 --> 00:00:46,000 blijft hij staan, en wanneer hij beweegt, 12 00:00:46,000 --> 00:00:48,000 blijft hij bewegen. 13 00:00:48,000 --> 00:00:50,000 Objecten in beweging willen in beweging blijven 14 00:00:50,000 --> 00:00:52,000 en objecten in rust willen in rust blijven. 15 00:00:52,000 --> 00:00:55,000 Dat is de eerste wet van Newton. 16 00:00:55,000 --> 00:00:59,000 Natuurkundigen noemen het de wet van de traagheid. Dat is een mooie manier om te zeggen 17 00:00:59,000 --> 00:01:03,000 dat bewegende objecten niet spontaan versnellen, vertragen of van richting veranderen. 18 00:01:03,000 --> 00:01:09,000 Het is de traagheid die je moet overwinnen. 19 00:01:09,000 --> 00:01:12,000 Nu je dat weet: 20 00:01:12,000 --> 00:01:14,000 waarmee kan je ze overwinnen? 21 00:01:14,000 --> 00:01:17,000 De tweede wet van Newton geeft het antwoord. 22 00:01:17,000 --> 00:01:20,000 In wiskundige termen zegt de tweede wet van Newton 23 00:01:20,000 --> 00:01:24,000 dat kracht het product is van massa en versnelling. 24 00:01:24,000 --> 00:01:27,000 Om iets te versnellen, 25 00:01:27,000 --> 00:01:29,000 is een kracht nodig. 26 00:01:29,000 --> 00:01:31,000 Hoe meer kracht je aanwendt, 27 00:01:31,000 --> 00:01:34,000 des te sneller je versnelt. En hoe meer massa je fiets heeft, 28 00:01:34,000 --> 00:01:36,000 en hoe meer massa jijzelf ook hebt, 29 00:01:36,000 --> 00:01:39,000 des te meer kracht moet je gebruiken om te versnellen tot dezelfde snelheid. 30 00:01:39,000 --> 00:01:43,000 Daarom kan je een fiets van 10.000 kilo bijna niet op gang te krijgen. 31 00:01:43,000 --> 00:01:48,000 Door de neerwaartse kracht van je benen op de pedalen 32 00:01:48,000 --> 00:01:51,000 kun je Newtons wet van de traagheid overwinnen. 33 00:01:51,000 --> 00:01:54,000 Hoe harder je duwt, hoe groter de kracht 34 00:01:54,000 --> 00:01:56,000 en hoe sneller je versnelt. 35 00:01:56,000 --> 00:01:58,000 Nu de laatste vraag: 36 00:01:58,000 --> 00:02:00,000 wanneer je je fiets aantrapt, 37 00:02:00,000 --> 00:02:02,000 waarom gaat hij dan vooruit? 38 00:02:02,000 --> 00:02:05,000 Volgens de derde wet van Newton gaat elke actie 39 00:02:05,000 --> 00:02:07,000 gepaard met een gelijke en tegenovergestelde reactie. 40 00:02:07,000 --> 00:02:11,000 Wat gebeurt er wanneer je een veerkrachtige bal laat vallen? 41 00:02:11,000 --> 00:02:13,000 Zodra hij de vloer raakt, 42 00:02:13,000 --> 00:02:15,000 veroorzaakt hij een neerwaartse kracht op de vloer. 43 00:02:15,000 --> 00:02:17,000 Dit is de actie. 44 00:02:17,000 --> 00:02:21,000 De vloer reageert door met dezelfde kracht tegen de bal te duwen, 45 00:02:21,000 --> 00:02:24,000 maar dan in de tegenovergestelde zin - naar boven - 46 00:02:24,000 --> 00:02:27,000 waardoor hij terug omhoog stuitert. 47 00:02:27,000 --> 00:02:29,000 Samen vormen de vloer en de bal het actie-reactiepaar. 48 00:02:29,000 --> 00:02:32,000 Als het gaat om je fiets 49 00:02:32,000 --> 00:02:35,000 is het een beetje ingewikkelder. Als je wielen 50 00:02:35,000 --> 00:02:39,000 met de klok mee draaien, dan duwen de delen die de grond raken 51 00:02:39,000 --> 00:02:41,000 achterwaarts tegen de grond: de actie. 52 00:02:41,000 --> 00:02:45,000 De grond duwt met dezelfde kracht naar voren 53 00:02:45,000 --> 00:02:48,000 tegen elk van je banden: de reactie. 54 00:02:48,000 --> 00:02:53,000 Aangezien je twee fietsbanden hebt, vormt elk een actie-reactiepaar 55 00:02:53,000 --> 00:02:56,000 met de grond. En aangezien de aarde heel, heel groot is 56 00:02:56,000 --> 00:02:59,000 in vergelijking met je fiets, beweegt ze nauwelijks 57 00:02:59,000 --> 00:03:02,000 door de achterwaartse kracht van je fietsbanden. 58 00:03:02,000 --> 99:59:59,999 Maar jij gaat vooruit.