Je eigen hart wordt de geliefde 28 januari 2025 (met Nederlandse ondertiteling) [V.] U zegt soms, dat we niet weten hoe eerlijk te zijn, of hoe open we zijn. En ik voel... [M.] Oké, je zegt: 'Soms weten we niet hoe open we zijn.' Misschien. Maar je bent open genoeg om hier te komen. [M.] Weet je wat voor winkel dit is? [V.1] Ja. [M.] Wat voor winkel is het? [V.] Een winkel... een lege winkel. [M.] Een lege winkel. [gelach] [M.] Heel slim. Heel goed. Oké. [V.] Misschien. [M.] Dus je komt voor wat leegte. Oké. [gelach] [V.] Ik heb het gevoel, dat dit makkelijk te missen is... [M.] In een lege winkel kun je niets kopen, alleen maar Zijn. Er is niets te koop. Dat is een goede titel: 'Kom naar de lege winkel.' Dieven in een leeg huis. Ik wil dat gebruiken. Ik wil dat jij dit gebruikt. Waarom gebruik je dit voorbeeld, van een lege winkel? [V.] Ik heb het gevoel, dat ik niet 100% zeker kan zijn, of er iets is, dat ik niet zie. [M.] Ja, ik weet niet of ik ooit iemand ontmoet heb, die ergens 100% zeker van was. Behalve van dat je bent. Misschien kun je stellen, dat je zeker weet, dat je bestaat, en dat je ervaart of waarneemt. Ben je het daarmee eens? Dat je weet, dat je bent? [M.] En dat je ervaart? [V.] Ja. [M.] Laten we daar dan mee werken, want de rest is verkeer. Alles wat opkomt, wordt waargenomen. Het gaan wordt waargenomen. Waarom is er waarnemen? Omdat jij er bent, je bestaat. Nu moeten we kijken. Laat alles, dat kan komen en gaan los. Laat alles los. Alleen jij en het waarnemen. En van die 'jij en het waarnemen', welke is het meest echt? Als er eentje weg moest? Je zegt: 'Ik neem waar.' Ik neem waar. Oftewel, elke ervaring, alles wat er gebeurt, wordt waargenomen door dit besef van 'ik'. [M.] Ja? [V.] Ja. [M.] Dus je kunt zelfs stellen: 'Ik neem niet waar.' Wat betekent, dat ik het 'niet waarnemen' waarneem. Ik zal het simpel houden. [stem] Guruji, wat is dat waarnemen van leegte? [V.] Als u zegt: 'Wat is echter?' Ik weet niet meer precies wat u zei, dat wat je waarneemt...? [M.] Je weet, dat je bestaat. [V.] Ja. [M.] En dat je waarneemt, of ervaart dat je waarneemt, via de zintuigen of de mind. Innerlijke of uiterlijke omstandigheden, die worden door jou waargenomen. Dus alles dat komt, kan weer gaan. Mentale omstandigheden, emotionele toestanden, vrienden. Mensen leven, mensen blijven, mensen sterven. Je voelt ziekte, gezondheid, opwinding, verveling, moe, of energiek. [M.] Dit alles neem je waar. Het komt en gaat. Die jij, die alles waarneemt... ...komt en gaat die? Is die persoonlijk? Persoonlijke omstandigheden komen ook. Dus dat valt ook onder dat veld van waarneembaarheid, toch? Dus zelfs die dingen en het besef van 'ik', en je autobiografie, je ideeën over het leven, al die persoonlijke dingen, die worden ook waargenomen. [M.] En ze kunnen van vorm veranderen, en dat wordt ook waargenomen. Dus ze kunnen niet dat zijn, wat ze waarneemt, toch? [M.] Dat wat waarneemt, is dat tastbaar of niet? Is het tastbaar? [V.] Niet tastbaar. [M.] Niet tastbaar. [V.] Ik kan niet zeggen wat het is, maar ik ervaar, dat... [M.] Wie spreekt nu? [M.] Het is geen strikvraag. [V.] Ik ben aan het kijken. [M.] Het antwoord kwam overduidelijk snel en makkelijk. Het was niet moeilijk om te zeggen, dat al die dingen gezien worden. En dat dat, wat waarneemt zelf niet gezien kan worden als iets tastbaars. Is het mannelijk of vrouwelijk? Iets van die dingen? Nee. Dus, antwoorden en responsen komen daar vandaan. [M.] Dus zelfs de antwoorden komen en worden gezien, terwijl ze stromen uit, wat? Een iets, of een niets. [V.] Ik weet niet of ze ergens uit stromen, maar ze worden gezien. [M.] Oké, ze verschijnen ook. Dat wat ze waarneemt, wat kan daarover gezegd worden? Is dat een structuur, of niet? [V.] Het is geen structuur. [M.] Oké. [M.] Is dat significant? [V.] Ja, zeker. [M.] Oké. Waar begint dan het probleem, als het er is? [M.] Is dat een nieuwe vaardigheid die je hebt ontwikkeld? Iedereen kan meedoen. Dit is niet specifiek voor jou. Iedereen heeft dat besef van 'ik'. 'Ik ben'. Maar het wordt snel aan het lichaam geplakt: 'Ik ben deze persoon.' 'Ik ben Duitser.' 'Ik kom daar vandaan.' 'ik ben dokter.' Dit 'ik ben dit en dat' is een vereiste. Dus het neemt het besef aan van iets herkenbaars. Maar vanuit jouw plek, is dat ook een waarneembare constructie. De 'Ik', die dat ziet, behoort er niet toe. Je kunt niet zeggen, dat die een dokter is of zo. Of dat het 1,7 m is, 170 cm. Die heeft niet dit soort kwaliteiten. Wat is het voor zichzelf, als het niet valt onder die punten die waarneembaar zijn, op zichzelf? [V.] Het wordt er niet door geraakt. [M.] Ja. Oké. Terug naar de oorsprong. [M.] Het wordt er niet door geraakt? [V.] Nee. [V.] Alleen als de identiteit over het hoofd wordt gezien. [M.] Als de identiteit...? [V.] ...niet wordt gezien. [M.] Dus identiteit veroorzaakt die problemen? [V.] Identificatie geeft die problemen, maar voor wie? [M.] Aah. Vraag je dat aan mij? [M.] Dat moet jij uitzoeken. Hier en nu zou goed zijn. [V.] Het probleem kan er niet zijn voor dat, [V.] wat er niet door geraakt wordt. [M.] Precies. Is 'dat wat er niet door geraakt wordt' een ding of een waarneming? [V.] Nee. [M.] Waar is het? [V.] Het heeft geen locatie. [M.] En geen probleem. [V.] Nee. [M.] Laten we zien waar de problemen zijn. [M.] Waarom iets oplossen, wat geen probleem heeft? [V.] 'Waarom iets oplossen, dat geen probleem heeft?' [M.] Precies. Het heeft geen probleem. Dus waar moeten we heen, voor een probleem? Dit is prima. We kijken en dat is goed. Ik wil niet voelen: 'Punt. Klaar. Ik ga.' Want problemen ontstaan ergens, en iedereen heeft daar last van. Je moet ook ontdekken, wie die 'iedereen' is. Het schijnt dat je zowel niemand als iemand bent. In dit achteruitstappen, ga je zien: 'Ja, ik ben er.' Maar als wat is die 'ik' hier? Nou, zeker niet als de persoon. Niets als man of vrouw. Ook niet als moslim of christen.