Je eigen hart wordt de geliefde
28 januari 2025
(met Nederlandse ondertiteling)
[V.] U zegt soms,
dat we niet weten hoe eerlijk te zijn,
of hoe open we zijn.
En ik voel...
[M.] Oké, je zegt:
'Soms weten we niet hoe open we zijn.'
Misschien.
Maar je bent open genoeg om hier te komen.
[M.] Weet je wat voor winkel dit is?
[V.1] Ja.
[M.] Wat voor winkel is het?
[V.] Een winkel... een lege winkel.
[M.] Een lege winkel.
[gelach]
[M.] Heel slim. Heel goed. Oké.
[V.] Misschien.
[M.] Dus je komt voor wat leegte.
Oké.
[gelach]
[V.] Ik heb het gevoel,
dat dit makkelijk te missen is...
[M.] In een lege winkel
kun je niets kopen, alleen maar Zijn.
Er is niets te koop.
Dat is een goede titel:
'Kom naar de lege winkel.'
Dieven in een leeg huis.
Ik wil dat gebruiken.
Ik wil dat jij dit gebruikt.
Waarom gebruik je dit voorbeeld,
van een lege winkel?
[V.] Ik heb het gevoel,
dat ik niet 100% zeker kan zijn,
of er iets is, dat ik niet zie.
[M.] Ja, ik weet niet
of ik ooit iemand ontmoet heb,
die ergens 100% zeker van was.
Behalve van dat je bent.
Misschien kun je stellen,
dat je zeker weet, dat je bestaat,
en dat je ervaart of waarneemt.
Ben je het daarmee eens?
Dat je weet, dat je bent?
[M.] En dat je ervaart?
[V.] Ja.
[M.] Laten we daar dan mee werken,
want de rest is verkeer.
Alles wat opkomt,
wordt waargenomen.
Het gaan wordt waargenomen.
Waarom is er waarnemen?
Omdat jij er bent, je bestaat.
Nu moeten we kijken.
Laat alles, dat kan komen en gaan los.
Laat alles los.
Alleen jij en het waarnemen.
En van die 'jij en het waarnemen',
welke is het meest echt?
Als er eentje weg moest?
Je zegt: 'Ik neem waar.'
Ik neem waar.
Oftewel, elke ervaring, alles wat er gebeurt,
wordt waargenomen door dit besef van 'ik'.
[M.] Ja?
[V.] Ja.
[M.] Dus je kunt zelfs stellen:
'Ik neem niet waar.'
Wat betekent,
dat ik het 'niet waarnemen' waarneem.
Ik zal het simpel houden.
[stem] Guruji, wat is dat waarnemen van leegte?
[V.] Als u zegt: 'Wat is echter?'
Ik weet niet meer precies wat u zei,
dat wat je waarneemt...?
[M.] Je weet, dat je bestaat.
[V.] Ja.
[M.] En dat je waarneemt,
of ervaart dat je waarneemt,
via de zintuigen of de mind.
Innerlijke of uiterlijke omstandigheden,
die worden door jou waargenomen.
Dus alles dat komt, kan weer gaan.
Mentale omstandigheden,
emotionele toestanden, vrienden.
Mensen leven, mensen blijven, mensen sterven.
Je voelt ziekte, gezondheid,
opwinding, verveling, moe, of energiek.
[M.] Dit alles neem je waar.
Het komt en gaat.
Die jij, die alles waarneemt...
...komt en gaat die?
Is die persoonlijk?
Persoonlijke omstandigheden komen ook.
Dus dat valt ook onder dat veld
van waarneembaarheid, toch?
Dus zelfs die dingen
en het besef van 'ik',
en je autobiografie,
je ideeën over het leven,
al die persoonlijke dingen,
die worden ook waargenomen.
[M.] En ze kunnen van vorm veranderen,
en dat wordt ook waargenomen.
Dus ze kunnen niet dat zijn,
wat ze waarneemt, toch?
[M.] Dat wat waarneemt,
is dat tastbaar of niet?
Is het tastbaar?
[V.] Niet tastbaar.
[M.] Niet tastbaar.
[V.] Ik kan niet zeggen wat het is,
maar ik ervaar, dat...
[M.] Wie spreekt nu?
[M.] Het is geen strikvraag.
[V.] Ik ben aan het kijken.
[M.] Het antwoord kwam overduidelijk
snel en makkelijk.
Het was niet moeilijk om te zeggen,
dat al die dingen gezien worden.
En dat dat, wat waarneemt
zelf niet gezien kan worden
als iets tastbaars.
Is het mannelijk of vrouwelijk?
Iets van die dingen? Nee.
Dus, antwoorden en responsen komen daar vandaan.
[M.] Dus zelfs de antwoorden komen
en worden gezien,
terwijl ze stromen uit, wat?
Een iets, of een niets.
[V.] Ik weet niet of ze ergens uit stromen,
maar ze worden gezien.
[M.] Oké, ze verschijnen ook.
Dat wat ze waarneemt,
wat kan daarover gezegd worden?
Is dat een structuur, of niet?
[V.] Het is geen structuur.
[M.] Oké.
[M.] Is dat significant?
[V.] Ja, zeker.
[M.] Oké. Waar begint dan
het probleem, als het er is?
[M.] Is dat een nieuwe vaardigheid
die je hebt ontwikkeld?
Iedereen kan meedoen.
Dit is niet specifiek voor jou.
Iedereen heeft dat besef van 'ik'.
'Ik ben'.
Maar het wordt snel aan het lichaam geplakt:
'Ik ben deze persoon.'
'Ik ben Duitser.' 'Ik kom daar vandaan.'
'ik ben dokter.'
Dit 'ik ben dit en dat' is een vereiste.
Dus het neemt het besef aan
van iets herkenbaars.
Maar vanuit jouw plek,
is dat ook een waarneembare constructie.
De 'Ik', die dat ziet, behoort er niet toe.
Je kunt niet zeggen, dat die een dokter is of zo.
Of dat het 1,7 m is, 170 cm.
Die heeft niet dit soort kwaliteiten.
Wat is het voor zichzelf,
als het niet valt onder die punten
die waarneembaar zijn,
op zichzelf?
[V.] Het wordt er niet door geraakt.
[M.] Ja. Oké.
Terug naar de oorsprong.
[M.] Het wordt er niet door geraakt?
[V.] Nee.
[V.] Alleen als de identiteit
over het hoofd wordt gezien.
[M.] Als de identiteit...?
[V.] ...niet wordt gezien.
[M.] Dus identiteit veroorzaakt die problemen?
[V.] Identificatie geeft die problemen,
maar voor wie?
[M.] Aah.
Vraag je dat aan mij?
[M.] Dat moet jij uitzoeken.
Hier en nu zou goed zijn.
[V.] Het probleem kan er niet zijn voor dat,
[V.] wat er niet door geraakt wordt.
[M.] Precies.
Is 'dat wat er niet door geraakt wordt'
een ding of een waarneming?
[V.] Nee.
[M.] Waar is het?
[V.] Het heeft geen locatie.
[M.] En geen probleem.
[V.] Nee.
[M.] Laten we zien waar de problemen zijn.
[M.] Waarom iets oplossen,
wat geen probleem heeft?
[V.] 'Waarom iets oplossen, dat geen probleem heeft?'
[M.] Precies.
Het heeft geen probleem.
Dus waar moeten we heen,
voor een probleem?
Dit is prima.
We kijken en dat is goed.
Ik wil niet voelen:
'Punt. Klaar. Ik ga.'
Want problemen ontstaan ergens,
en iedereen heeft daar last van.
Je moet ook ontdekken, wie die 'iedereen' is.
Het schijnt
dat je zowel niemand als iemand bent.
In dit achteruitstappen, ga je zien:
'Ja, ik ben er.'
Maar als wat, is die 'ik' hier?
Nou, zeker niet als de persoon.
Niets als man of vrouw.
Ook niet als moslim of christen.
Het is iets...
Iets, met niets...
Is dat een waardevolle ontdekking?
Ja.
Dus dat is niet waar het probleem zit.
Het probleem ontstaat op de plek van identificatie,
[M.] waar ik iemand ben.
[V.] Ja.
[M.] Is er een manier
waar dit gevoel van iemand te zijn...
Hoe ziet dat eruit,
vanaf die plek van jouw ontdekking?
'Dat ik niet één van die dingen ben,
waar we het over hadden.'
Hoe worden die dingen...
Wat is hun waarde?
Ze hebben hier geen impact op,
maar dit moet de reden zijn,
dat ze spelen.
Ook dat besef van 'ik' is hier,
een vertrouwd gevoel van 'ik'.
Maar is dat stabiel?
Is die 'ik' stabiel, momenteel de tweede 'ik'?
[V.] De bewegende 'ik' is niet stabiel.
[M.] Dus is het niet die bewegende 'ik',
die naar satsang kwam?
[V.] Jawel.
[M.] Ja.
[M.] Waarom?
Hij kan zijn wereld niet beheersen.
[V.] Gelukkig niet, want ik zou niet...
Hij zou niet...
[V.] Ik zou niet zien wat hij echt is,
als hij de controle had.
Als dit probleem er niet was,
en de pijn en de identificatie,
dan zou er geen drang zijn om...
[M.] Dus er moet een drang zijn,
een drijfveer.
Wat is de drijfveer van deze 'ik',
die de persoon is?
Want ieder mens, we hebben allemaal
dit masker, de ziekte van die 'ik-mij.'
Waar zoekt die 'ik-mij' nou echt naar?
Iedereen kan meedoen.
Die 'ik-mij',
is dat een rustige, tevreden, gelukkige 'ik-mij'?
Nee.
Dus wat wil hij?
[stem] Vrij zijn van lijden.
[M.] Vrij zijn van lijden.
Alleen jij? Alleen jij?
[stemmen] Nee.
Oh. Oké, oké.
Vrij zijn van lijden.
[M.] Waar lijdt hij onder?
[Sangha] Zijn projectie.
[M.] Zijn projectie. Zijn projectie.
Enzovoorts...
We hebben nu iets gemeenschappelijks:
dat lijden.
[V.] Maar ik weet niet zeker,
of die geïdentificeerde 'ik'
wel wil rusten.
[M.] Wel wat wil?
[V.] Rusten.
[M.] Wil hij geen rust?
[V.] Dat weet ik niet.
[M.] Jij, die nu spreekt,
bent niet dat.
[M.] Is dat, wat je zegt?
[V.] Wat ben ik niet...?
[M.] Niet de persoon.
Je weet niet zeker of de persoon wel...
Wie spreekt er nu?
Stel dat even vast.
Van waaruit kijk je?
Vanuit een plek met identificatie,
of zonder identificatie?
Er is een gevoel: 'Ik ben.'
Ik noem dat bewustzijn.
Die 'Ik ben'- heid,
zonder de sterke identificatie met de persoon,
die noem ik voor nu het Brahman.
Want ik dan heb nog een woord,
het Parabrahman.
Begrijp je dat? Oké.
Dus dit is het bewustzijn.
De goeroe-staat van het Zijn.
Die is er voor iedereen.
Het is dat, van waaruit de persoon
en zijn wereld, wordt gezien,
maar er niet door verstoord wordt.
En vanuit deze plek,
heeft het 'Ik Ben' de mogelijkheid
te kijken naar het rijk
van die 'ik-mij' en die ik-persoon.
Het straalt er wat zegen over uit,
want in de vorm van de ik-persoon...
Volgen jullie dit?
In de vorm van de ik-persoon,
is het nog steeds een modus van bewustzijn.
En dat besef van Zijn,
je kunt het de ziel noemen...
Begrijp je?
Dit zijn enkel praktische woorden.
De ziel heeft verscheidene karakteristieken.
In India hebben ze het over guna's,
een soort energetische kenmerken
die de ziel beïnvloeden.
Zeg 't maar.
[V.] Sorry, noemt u de ziel nu de persoon?
[M.] Ja. Laat me even,
dan zie je wat ik bedoel.
[M.] Dus dit gevoel van een iemand te zijn,
een entiteit met kenmerken,
met een verhaal,
met associaties, met ouders, een familie,
met al die dingen, een zelfbeeld,
die jou uniek maken.
Tenminste, voor nu,
want wat je over jezelf zegt,
verandert ook steeds.
Als je gedurende 20 jaar een biografie schrijft,
zal dat steeds veranderen.
Dus de persoon is niet stabiel.
Maar het 'Ik ben',
dat de projectie van mind en persoon genereert...
Ik ga persoon en mind voor nu
als hetzelfde beschouwen.
Om te...
Het is goed om dit te begrijpen,
want dan wordt het duidelijker.
Dus de...
[M.] Conflicten verschijnen
in de persoonsvorm van bewustzijn.
En verlangens,
En pijn, leven, dood, 'jij en ik'.
Dit, dat, hoog, laag, hemel, hel,
al die dingen komen voor de persoon.
Dat is nooit een stabiel veld!
Zelfs voor zichzelf, als er niets gebeurt,
zit hij zichzelf in de weg.
Hij lijdt onder zichzelf:
'Ik ben zo eenzaam, en...'
Hij is nooit zonder problemen.
Maar hij is ook onderweg
in deze wereld, zoals we die kennen.
Iedereen zit op een pad van zelf-ontdekking.
Al of niet bewust.
Dat kan zich een tijdje
alleen op tastbare dingen richten:
'Ik wil advocaat worden,
of een dokter, of beroemd.'
'Ik wil zanger worden.'
'Ik wil iets worden.'
En dat levert vruchten op.
Dat heeft kracht. Het levert wat op.
Je kunt zeker rijk worden,
of beroemd, enzovoorts.
Maar we merken,
dat zelfs zij die heel rijk werden,
uiteindelijk toch niet voldaan waren.
Zo werkt het systeem.
Je kunt pas echt voldaan zijn,
echt oprecht voldaan, als je thuiskomt.
En 'thuiskomen' betekent:
Ontwaken tot je ware natuur.
Die is niet ergens anders,
niet daar.
Het is een soort ontpellen.
Dus...
Dus mijn manier van ernaar kijken,
is dat de persoon degene is,
die de reis begint,
de reis van het leven.
En ik zou niet zeggen,
wat de Advaita stelt:
'De persoon bestaat niet,
de mind en de wereld niet...'
En dat is ook wel zo, uiteindelijk,
maar je moet wel begrijpen
in welk licht dat zo is.
Want als je tegen mensen met een sterke identiteit,
een filosofie, een levensovertuiging,
als je die zegt:
'Niets daarvan is echt!'
Dat is heel pijnlijk. Je weet niet...
'Wat zeg je nou?!'
Sommigen doen dat zo
en nemen die houding aan,
maar innerlijk is dat niet waar.
Iets moet eerst duidelijk worden.
Dat gevoel van iemand te zijn,
dat is ook bewustzijn!
Als je 'ik' zegt, als je die 'ik' voelt...
Want niemand heeft je die 'ik' gegeven.
De rest kreeg je.
Niemand, je ouders zeiden niet:
'We gaan je 'Ik' noemen.'
En toch heeft elk wezen
dit intuïtieve besef van een 'ik'.
Niet het Engelse woord.
Zelfs een mug heeft een gevoel van 'ik'.
'Ik' verwijst naar het bestaan:
'Ik besta.'
Maar de ik-persoon komt zelden tot die kern,
dat het 'bestaan' betekent,
en dat hij bewust is.
Hij weet niet eens, dat hij niet kan sterven,
als bewustzijn.
Bewustzijn kan niet sterven!
Maar het idee 'ik ben het lichaam' wel.
Dat wil niet zeggen dat hij sterft.
Het lichaam sterft.
Maar wat je bent, kan niet sterven.
Dat verplaatst naar andere ervaringen,
als er nog meer te ervaren is.
Dus die innerlijke drang,
van diverse wezens in diverse lichamen,
als identiteiten in diverse lichamen,
ieder op hun eigen pad.
Sommigen verlangen enkel naar roem.
Of: 'Ik wil vijf kinderen.'
'Ik wil een mooi huis.'
'Ik wil genoeg geld, om te doen wat ik wil.'
Dat soort verlangens mogen bestaan
van het Parabrahman, van Paramatman,
dat hier leven aan geeft.
Elk verlangen mag er zijn.
Goed en slecht.
En het helpt je
die verlangens te vervullen.
Zelfs een dief,
het geeft de kracht om een betere dief te worden.
Want God zal je gebruiken,
als een geweldige dief.
Hij zal er anderen mee helpen,
die wellicht verder kunnen evolueren
door jouw diefstal.
Zij hebben die diefstal nodig
om een stapje verder te kunnen.
Het geheel is prachtig geregeld,
omdat Paramatman overal zorg voor draagt.
Niets gaat verloren.
Niet alleen voor mensen,
ook voor het mierenrijk, de bijenwereld,
de paarden en alle koninkrijken.
Hij is God van alles.
Ze hebben hun eigen regels.
hun filosofieën.
Ze hebben hun eigen manier,
hun voor-en afkeur.
Ze hebben hun eigen drang,
hun eigen lijden.
Alles evolueert vanzelf.
Maar laten we bij onze wereld blijven.
In onze wereld bestaat die drang,
en zijn we tijdelijk, afhankelijk van...
Want niet ieder mens
zit op hetzelfde niveau van groei.
Niet:
'Iedereen die op dit niveau is, mag verder,
en iedereen op dat niveau...'
Nee, hij mixt het. En wij worstelen.
Maar dat hebben we ook nodig.
Zie je?
Ik zeg dit,
opdat je niet klaagt over je leven.
Alles wat op je pad komt,
als je het alleen zo ziet:
'Dit overkomt me,
dit heb ik niet verdiend.'
Nou, je hebt het wel verdiend!
En je moet de ervaring gebruiken,
om iets in jezelf te overstijgen.
Als je iets in jezelf overstijgt,
dan wordt jouw licht
ook het licht van anderen.
Maar denk niet: 'mijn licht...'
Begrijpen jullie?
Als je die houding hebt, oké.
Maar het was nodig, het wijst ergens op.
Liever dan:
'Oh, ze vallen me aan...'
Het zelf, als een persoon,
is behoorlijk bijziend en zelf-beschermend.
Daarom groeit hij niet zo snel,
hij voelt zich kwetsbaar.
En als je kwetsbaar bent, sluit je je in.
Als een fort.
Als je dit gaat beseffen, dan zie je:
'Maar een dieper bewustzijn...'
Zij sprak net vanuit dit diepere bewustzijn,
waarin de persoon en zijn wereld
met meer afstand gezien worden.
Ze zei: 'Ik praat met u.
Van hieruit gaat alles prima.'
Wat wil je?
Wat heb je nodig?
Wat is je probleem?
'Nou, hier eigenlijk niets.'
'Voor een probleem moet ik daarheen.'
En 'daar' staat voor de persoon.
'Mijn buren' en 'mijn relatie.'
'En dingen...'
'Zal ik genoeg geld hebben...'
Dat zijn zorgen van de persoon.
Die zijn er om je te helpen groeien.
Als je dit ziet en begrijpt,
word je niet boos:
'Oh, zij weer. Het is hun schuld.'
Je gaat het gebruiken.
En als je zover bent,
dan wil je sneller vooruit. En dat kan.
Je kunt zo gaan: 'tik, tak, tik, tak...'
Of je kunt het grote Zien binnenstappen.
Je kunt kleine stapjes nemen,
of in lichtjaren reizen.
Dus hier, volgens mij...
Je mag me corrigeren,
maar als je hier komt,
dan is er die capaciteit in je,
om te... [ademt uit].
Te bloeien in hogere sferen.
Als je ziet:
'Wacht eens even,
ik verspil mijn tijd met de persoon.'
'Want nu ben ik gewaar van mezelf
in bewustzijn, als bewustzijn.'
En wat gebeurt er dan?
Naarmate je leert observeren,
dan zie je hoe geïdentificeerd we zijn.
Zodra je identificeert, vertraag je.
En dan ga je concepten verzamelen.
En hoe meer concepten je verzamelt,
hoe ondoorzichtiger je wordt;
vastgeroest en star.
Als je mensen kent met stapels concepten,
en als hun en jouw concepten niet samengaan,
dan: 'Whoa!'
Zelfs binnen families.
Dus wat je verwerft,
door met afstand te observeren,
dat je dit Zien kunt vangen,
waar zelfs je persoon,
het middelpunt van je hele wereld,
die persoon zelf wordt gezien.
Als je dat ziet, dan: 'Whoa!'
Er is niet enkel die wereld,
maar ook een persoonlijke zelf,
als weerspiegeling van die wereld.
Ik noem dit de twee kanten van één munt.
Ze gaan samen.
De fout was,
dat je jezelf identificeerde met jezelf:
'Dat is de wereld, alles gaat fout.
Dat ben ik niet.'
Hoe is dat zo gekomen?
Omdat je persoon ook onder de titel 'Ik' valt.
En 'Ik' betekent God.
Begrijp je?
Jouw 'ik' is bewustzijn,
het goddelijke principe.
Dan begrijp je dit 'ik', die 'ik-mij',
en de 'ik-ik', of het 'Ik ben'.
Je ziet het verschil.
Als we op dat 'ik-mij' ingaan,
dan volgt de worsteling:
'Ik kan dit niet... Deze is ziek en...'
Dat is heel sterk.
Dat vindt niet zijn oorsprong
in één lichaamsvorm-leven.
Dat duurt al heel lang.
Maar geleidelijk groeit het
door wat ik een 'guna-veld' noem.
Een guna is een soort energie, dat...
Een tamasische guna houdt in,
dat de eigen entiteit meer weerstand biedt,
sneller van slag is,
vol identiteit en weerstand zit.
Dat noemen we tamasisch guna,
tama guna.
De energie van de entiteit kan ook iets hebben,
dat we raja guna noemen,
wat betekent dat de ziel energieker is,
vol verlangens.
Hij wil dingen doen,
hij is avontuurlijk, vol ideeën.
En dan is er nog een guna,
de sattva guna.
De sattva guna is zuiverder,
het energieveld is meer aangetrokken
tot de spirit.
Hij wil evolueren in bewustzijn.
Hij wil zichzelf realiseren.
Al deze guna's spelen in het Zijn.
Sommige guna's zijn sterker,
meer aanwezig in iemand.
In een ander zijn andere guna's sterker.
Ik zou zeggen dat jullie
een sterkere sattva guna zullen hebben.
Maar je hebt ook raja guna in je,
die aan je staart trekt.
En soms ook tamas guna:
'Uhh...' [beeldt wanhoop uit]
Dat hoort er allemaal bij.
Dit is een leuke manier
van bekijken, toch?
Eigenlijk is het niet zo grappig.
Maar dit kunnen we begrijpen.
En dat je naar satsang komt,
zonder dat iemand je dwingt,
betekent dat je ziel ertoe aangetrokken is.
En hoe meer je dit ontdekt,
niet zozeer intellectueel,
maar dat je dit begrijpen gaat ervaren,
een ervaringsgewijs begrijpen,
dan wordt je door jezelf aangemoedigd.
Je gaat ervan houden.
Als je van iemand gaat houden,
heel erg diep gaat houden,
dan heb je niemand nodig
om je aan die geliefde te herinneren.
Die drang komt van binnen,
die is dwingend.
Constant, wat je ook doet, je denkt eraan.
Dus je eigen Zelf,
je eigen hart, wordt die geliefde
van het besef van je persoon.
Dat is de sattva guna,
die trekt steeds meer.
Wat volgt er op de sattva guna?
Die staat wordt 'turiya' genoemd,
wat 'reinigen' betekent,
meer vanuit bewustzijn functioneren.
De lagere staten deren je niet meer.
Op een gegeven moment deert identiteit niet meer.
Iemand zegt: 'Ah, dus jij bent Paulette?'
Ja.
Je gebruikt nog steeds je naam.
Als je volledig ontwaak tot jezelf,
hoef je je naam niet te veranderen.
Je hoeft jezelf niet het Parabrahman te noemen,
of een andere prachtige naam.
Je kunt je eigen naam gebruiken,
maar je 'bent' niet die naam.
Iets ontvouwt zich als het ware.
Concepten plakken niet meer aan je.
Hoe minder ze plakken,
hoe minder belangrijk ze zijn.
En dan is alles beschikbaar voor je.
Je kunt luisteren, zonder:
'Ik geloof dit.
Wat is jouw standpunt?'
Dat maakt niet uit,
want je bent in de al-heid van je Zijn.
Is het oké om zo te praten?
Laten we schoon schip maken, oké?
[M.] We houden een schoonmaak,
zodat je het begrijpt.
'Ik weet niet waarom dit me steeds gebeurt...'
Zo'n relatie wordt kleverig.
Ik zeg niet: Ik laat je zien,
hoe je problemen op kunt lossen.
Ik zeg: Nee. Leer ervan!
Leer je besef van identiteit te observeren,
je voor- en afkeuren.
maar met afstand.
Leer: je kunt het zien!
En leer je los te koppelen.
En wat zei ik nog meer?
Moet ik zeggen dat 99,9 %
van de dingen in de wereld je niet deren?
Oftewel, je kunt overal lopen,
dingen plakken niet.
Je kunt gewoon lopen.
Er is natuurlijke onthechting.
Maar die 0,1% die er wel toe doen:
'Oh. Maar, geen roze alsjeblieft.'
[beeldt afschuw uit]
'Dat is echt niet mooi.'
'Pauwenveren, alsjeblieft, zeg!'
Dat soort dingen
houden je in de vorm van de persoon.
Soms ben je trots:
'Ik ben zus, en niet zo.'
We beseffen niet
hoe we de boel bedonderen
en wegkijken van onze schoonheid.
Jij bent dit allemaal.
Je leert het nooit om echt...
Houd van iedereen!
Zelfs van hen, die nog niet geboren zijn.
'Maar die heb ik nog nooit gezien.
Die ken ik niet.' Nee. nee!
Begrijp je?
Want het is je natuur,
niet enkel je keuze.
Daarom zeg ik: Wat is het eenvoudigst?
Leer te observeren, steeds meer, met afstand.
Leer te zien.
De mind, de maya-mind zegt:
'Tijdverspilling.'
'Dat levert me niets op, slaapverwekkend.'
'Als ik met afstand kijk, val ik in slaap.'
'Zelfs bij deze 'Gewoon Zijn' oefening...'
Ding dong. Ik zeg wat en...
[valt in slaap]
Je komt net uit bed!
Wat is dat?
Een soort psychische weerstand, in ons.
Iets probeert
die ontwaking tot je zelf tegen te houden.
Een kracht, deze maya-kracht,
een weerstand.
Maar maak je geen zorgen.
Dat zal snel veranderen.
Zodra je de darshan ervaart
van je eigen hart,
[ademt diep in en uit]
dan is er zoveel aanmoediging.
Maar je moet het wel verdienen.
De leraar zal je het leren,
maar je moet zelf naar de les komen.
Je moet zelf meedoen,
zelf naar de les komen.
Want zelfs de grootste goeroe kan je niet helpen,
als je hart er niet bij is.
Je moet ervoor werken.
En er ook naar kijken.
Het is heel mystiek, maar niet moeilijk.
Het pad is schoon.
Hoe hoger je komt,
hoe zuiverder het klimaat,
hoe eenvoudiger het advies,
maar hoe sterker de weerstand!
Omdat je aardse zelf tegenstrubbelt.
Die is lui.
Daar moet je op letten.
Je moet leren dit te zien, oké?
En doorzetten.
Het kan lijken:
'Er is niets dat me aanmoedigt,
ik word gek van mijn mind...'
Sommigen weten dan:
'Guruji zei me door te zetten.'
'Ja, ja, ja. Ik zet door.'
Waarom?
Omdat je vertrouwen hebt.
Vertrouwen geeft je kracht, en moed.
En dan zal ook het leven, de bron, je kracht geven.
Omdat je ervoor kiest.
Als je ervoor kiest...
Je kunt voor heel veel dingen kiezen,
in het leven,
maar nu kies je voor het Allerhoogste.
Je kiest voor het Godsbewustzijn,
voor het Zelf.
Als ik zo spreek, word ik geraakt, zie je.
Als je Dit kiest,
dan maak je echt gebruik van deze levensvorm.
Want je kunt voor dingen kiezen,
die je juist tegenhouden.
En dat is oké.
Je vindt dit leuk, dat leuk.
Dat staat je vrij.
Dat is oké.
Maar als je in je hart deze keuze maakt...
...dan heb je de hoogste keuze gemaakt.
En je zult getest worden.
En je moet die test doorstaan.
En dan zal Parabrahman je bijstaan.
Als je zegt:
'Ik liep de hoek om, en iemand zei 'Boe!'
en nu wil ik niet verder.'
En dan:
'Guruji, wat is het allerhoogste?'
Dan zeg ik:
Je ging niet eens voorbij het allerlaagste.
[M.] Je wil het hoogste.
Maar zodra iemand zegt:
'Kijk jou nou eens. Nee, zeg.'
En jij... [beeldt wanhoopt uit]
Het zijn de kleine dingen.
Hoe ga je die voorbij?
Door te kijken en te leren om die angst...
Probeer dat niet tegen te houden.
Laat het komen.
Je hoeft ze niet tegen te houden,
je moet gaan zien wat ze zijn.
Zien dat het gewoon een levenskracht is.
De kracht van gewoonte.
En dit is zijn domein, dit zijn z'n sensoren.
[lichaam]
Het speelt hierbinnen.
En de mind speelt mee.
En jij: 'Maar hoe kan ik dit zien?'
Als je in je satsang blijft en luistert,
dan ga je zien:
'Waar geen weg leek, is nu wel een weg!'
'Waar is die weg?'
Hier, hier. [wijst op hart]
Dus, zet gewoon door.
Probeer niet...
Als iets een beetje wringt,
dan wil je iets anders doen,
iets leuks.
Nee, je moet wat vertrouwen hebben.
Als je geen vertrouwen hebt,
dan bid je, of vraag Baba:
'Babaji, ik wil het graag geloven,
het vertrouwen,
maar ik ben zwak. Help me alstublieft.'
Dan helpt God.
Er komt hulp.
Wees nederig.
Naarmate je groeit, is er meer goedheid.
Er is goedheid.
Misschien beseffen we niet
hoe onvriendelijk ons gedrag is.
Egoïsme verdwijnt, empathie verschijnt.
Ruimte verschijnt.
Zwaarte verdwijnt.
Onverwachte zegen en genade stromen.
Schijnbaar onverdiend verschijnen ze.
Dan bemerk je dingen:
'Hoe is dit zo gekomen?'
En als je je geweldig voelt, dan...
[beeldt een steek uit]
Dat gebeurt ook.
Alles gebeurt.
Geef je het dan op?
Het gebeurt gewoon allemaal.
Ik heb een geweldige...
Ik heb in mijn hart liefde gevonden
voor ieder wezen.
Dat heb ik niet gecreëerd.
Sta gewoon open
en je vindt je natuurlijke liefde,
je natuurlijke staat.
Maar om de sangha te dienen,
zij, waarvan ik zie,
dat ze op een hogere reis tot ontwaking zijn,
dan richt dit lichaam,
deze levenskracht, zich op die toewijding.
Het richt zich daarop.
Je zult problemen ondervinden.
Maar je zult ze overstijgen.
En de hoogste,
de heldere kracht van het universum
heeft jou geroepen.
[stilte]
En ze ondersteunt jouw Zien.
Zie jezelf niet langer als een nietig wezen.
Maar zie jezelf ook niet
als iets groots.
Ja.
En wat steeds herhaald wordt:
Geef niet op.
Blijf kijken en verhelder je onbegrip.
Iemand zegt: 'Maar ik doe het zo.'
Ik zeg: Nee, nee.
Is dat wat ik je laat zien?
Kom, luister. Kijk...
Kom.
[beeldt ontspanning uit]
Maar stop dit niet in je broekzak.
Stop het in je hart.
En blijf erbij.
En groei er in.
En zo zal de autobiografie,
die je als persoon schreef, verdwijnen.
[stilte]
[Sangha] Dank u.
[Mooji] Dank jullie.
[M.] Wat er ook gebeurt,
is dat ik steeds diegenen vindt, die...
Ik vind ze.
We blijven samen, we kijken.
En al snel, van hieruit...
ga je naar hier.
[van hoofd naar hart]
Ga je met me mee?
We gaan naar hier. Blijf hier.
En al die herrie van de mind
droogt vanzelf op.
Heel eenvoudig.
Ik zei het al aan het begin,
het is heel eenvoudig.
Want je hoeft je Zelf niet te creëren.
Je kunt enkel een vals zelf creëren.
Maar je ware Zelf, die kun je enkel ontdekken.
En als je die ontdekt,
dan versmelt de ontdekker ermee.
Auteursrechten 2025 Mooji Media Ltd.
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze opname mag worden gereproduceerd
zonder uitdrukkelijke toestemming van Mooji Media Ltd.