(Applaus) (Geluid van scheidsrechterfluitje) Goedenavond! Goedenavond, hoe gaat? Alles oké? Super! Welkom, welkom, welkom op deze match. De match zal exact achttien minuten duren. Oké? En jullie maken allemaal deel uit van hetzelfde team: Mechelen. Oké? Mensen, ik wil graag fair play op het veld zien, respect en positiviteit. Is dat goed voor iedereen? Cool. Succes! Een jaar geleden besloot ik dat ik voetbalscheidsrechter wilde worden. Niet voor het geld hoor. Ik verdien slechts twintig euro per match. Dus echt rijk ga ik er niet van worden hè? Nee, ik wilde scheidsrechter worden om twee andere redenen. Eén: om in beweging te blijven. Twee: omdat ik wilde leren om dingen niet persoonlijk te nemen. Ik zie een paar mensen knikken. Jullie denken waarschijnlijk: Scheidsrechter zijn is de ideale context om te leren om dingen niet persoonlijk te nemen. Of niet soms? Want toeschouwers roepen zelden aanmoedigende en positieve dingen. Nee. Wat roepen ze? Komaan, komaan! (Publiek): 'Loser, ben je blind!' Ja, ja, goed! Als scheidsrechter ben ik de zondebok. Blijkbaar heb ik het altijd mis. Het is altijd mijn fout. En ik wilde leren om dit alles niet persoonlijk te nemen. Want ik worstel daar echt mee. Bijvoorbeeld: als ik traag rijd omdat ik een specifiek adres probeer te vinden en er rijdt iemand achter mij, dan voel ik me opgejaagd. Vooral als ze ook nog eens gaan toeteren en met hun lichten flikkeren. Ik neem het persoonlijk. Ik weet dat dat niet nodig is, maar het gebeurt gewoon. Begrijp je wat ik bedoel? Of als iemand op het laatste moment een afspraak afzegt, dan krijg ik het gevoel dat ik niet belangrijk genoeg ben. Opnieuw vat ik het persoonlijk op. Zelfs op professioneel vlak. Ik ben een spreker, zoals vanavond. Dit is wat ik doe. Ik geef presentaties en doe dit heel erg graag zolang ik het publiek mee heb. Want zodra ik zie dat er iemand niet oplet -- bijvoorbeeld als iemand op zijn smartphone aan het kijken is -- (vingerknip) dan gebeurt het gewoon: ik neem het persoonlijk. Ontspan je! Je bent veilig vanavond, maak je geen zorgen. Neem gerust je smartphone. Je mag zelfs met je buurman beginnen te praten. Ik zal het niet persoonlijk opvatten. Waarom niet? Omdat ik me nu heel goed bewust ben dat dit kan gebeuren. En vooral omdat ik een strategie gevonden heb om er mee om te gaan. En vanavond wil ik die strategie graag met jullie delen. Zijn jullie geïnteresseerd? Goed. Want ik ga ervan uit dat ik niet de enige ben in deze zaal die dingen soms persoonlijk opvat, toch? Stel je voor dat je een vriendin mee naar de film vraagt en ze antwoordt: 'Sorry, ik moet werken.' Maar je ziet een foto op social media van haar tijdens een etentje met enkele vrienden diezelfde avond! Of stel je voor dat je heel veel werk in een project gestoken hebt. Je bent echt heel trots op het eindresultaat, maar je krijgt alleen kritiek. Dus je komt thuis en je wil graag vertellen over die vreselijke ervaring. Maar terwijl je aan het vertellen bent, loopt de ander weg en zet de televisie aan. Wie zou een van deze situaties persoonlijk opvatten? Steek je hand op, komaan. Heel wat mensen. Waarom? Waarom nemen we dingen persoonlijk? Iemand zegt of doet iets en bam! We voelen ons gekwetst, genegeerd, beledigd, verraden door de ander. Dat is wat wij geloven. Het is de schuld van de andere persoon. Hij is verantwoordelijk voor wat wij voelen. Hij is de schuldige. Maar wacht eens even. Wie zegt dat? Welke stem in ons zegt zoiets? Het is ons ego. Ons ego vindt dat andere mensen rekening met ons moeten houden. Ons ego wil geen kritiek krijgen, oh nee! Ons ego wil bevestigd worden: 'ik heb gelijk!' Is dit wat je wil? Wil je gelijk hebben? (Zucht) Dat is vermoeiend. Als mijn ego het overneemt, ben ik de hele dag aan het vechten. Dan zit ik in een constante strijd met de rest van de wereld. Dat kost bakken energie. Zou het niet gemakkelijker zijn om dingen niet persoonlijk te nemen? Want dan heeft niemand macht over jou. Je bent vrij. Je ervaart veel meer harmonie en verbinding tussen jou en andere mensen. Natuurlijk! Want dan kan je energie naar leuke dingen gaan in plaats van eindeloos te vechten tegen de dingen die je gek maken. Dus de vraag is: wil je gelijk hebben of wil je gelukkig zijn? Ik weet wat sommigen denken: ik zal ervoor zorgen dat ik gelukkig word door gelijk te krijgen. Maar hoe doe je dat? Hoe word je gelukkig door dingen niet persoonlijk te nemen? Jullie staan aan de aftrap van de match van jullie leven. De match waarin je zal leren om dingen niet meer persoonlijk te nemen. Als scheidsrechter heb ik mijn muntstuk meegebracht voor de toss. Elk muntstuk heeft twee zijden: kop of munt. Ze staan voor twee strategieën. Twee strategieën om dingen niet langer persoonlijk op te vatten. Meneer, goedenavond. Jij bent de aanvoerder van dit enorme team. Jij mag kiezen: kop of munt? (Aanvoerder): Kop. Oké. Je hebt geluk, het is kop! Ben je klaar voor de eerste strategie? Oké, hier komt hij. De eerste strategie: het gaat niet over mij. Hoe bedoel je, het gaat niet over mij? Dat klinkt toch vreemd? Want als ik dingen persoonlijk neem, ben ik ervan overtuigd dat het over mij gaat. Als iemand nu op zijn smartphone kijkt, voel ik me beledigd. Dan denk ik: ik heb veel moeite en tijd in deze presentatie gestoken; ik wil respect. Ik denk: 'me, myself and I'. Dat klinkt herkenbaar, hè? Terwijl het eigenlijk niet over mij gaat. Wat als ik het probeer te bekijken vanuit de ander zijn perspectief en me afvraag: waarom kijkt hij of zij op zijn of haar smartphone? Misschien heeft hij net een belangrijk bericht gekregen waar hij op wachtte. Of het onderwerp van mijn presentatie is gewoon zijn ding niet. Dat kan! Of omgekeerd: hij vindt het erg interessant en hij wil notities op zijn smartphone nemen. Heel slim om dat te doen trouwens. Ik moet gewoon mijn focus verleggen van 'mij' naar 'wij' en ik neem het niet meer persoonlijk. Als ik probeer om de intentie van de ander te zien, dan maak ik ruimte voor begrip in plaats van irritatie. Volg je dat een beetje? Als je zoontje naar bed moet, maar hij wil niet ... hij gooit zichzelf op de grond, schoppend en roepend: 'Ik haat je!' Vat je dit persoonlijk op? Nee! Nee, want je weet: dit gaat niet over mij. Het gaat over wat hij wil. Hij is kwaad omdat hij een beetje langer wil opblijven, dat is alles. Dus de eerste strategie om dingen niet persoonlijk te nemen is: het gaat niet over mij. Kijk naar de intentie van de ander. Als een chauffeur aan je bumper kleeft en met zijn lichten flikkert, doet hij dat vermoedelijk omdat hij gehaast is. Het gaat niet over mij, zie je? Zo simpel is het. In theorie. Want in de realiteit blijkt het toch veel lastiger te zijn. Heb je er enig idee van, dames en heren, hoeveel gedachten ons brein produceert per dag? Vijftigduizend! En raad eens hoeveel er positief zijn? Slechts tienduizend. Dit wil dus zeggen dat 80% van onze gedachten negatief is. Dat is veel, hè? Als je twee collega's met elkaar ziet praten en ze kijken naar jou en beginnen te lachen, denk je dan: oh, ze zullen mijn nieuwe schoenen gezien hebben en willen ze ook. Nee! Wat denk je: verdorie, ze lachen mij uit en roddelen over mij. Het vergt heel wat discipline om jezelf te corrigeren en te zeggen: 'wacht eens even, ik heb er geen idee van; ze lachen misschien om iets dat niets met mij te maken heeft.' De positieve intentie van de andere persoon zien, vraagt heel wat discipline ... en training. En daarom ben ik scheidsrechter geworden. Om mijn brein te trainen om dingen niet persoonlijk op te vatten. Ik train mezelf anderhalf uur per week, de duur van een voetbalmatch. Ik zeg dit voor de voetballeken. Voor de match warm ik me op. Niet enkel fysiek, maar ook mentaal. Ik geef mezelf een peptalk in de kleedkamer: 'Frederik, kijk uit. Heel wat dingen gaan je triggeren tijdens de match. Je gaat beslissingen nemen waar sommigen het niet mee eens zullen zijn en ze zullen onaangename zaken naar je roepen.' Dus vertel ik mezelf: 'Frederik, neem het niet persoonlijk. Het gaat niet over mij. Ze willen alleen maar gelijk hebben. Ze willen alleen maar dat hun team wint.' Zie je? Als ik me focus op de intentie van de ander, is er geen reden meer om het persoonlijk te nemen. Als ik deze strategie heel bewust toepas -- ik geef het toe -- voel ik me veel meer op mijn gemak op het veld. Als de coach, de spelers of de toeschouwers het niet eens zijn met mijn beslissingen, word ik minder snel uit evenwicht gebracht. Deze strategie, dames en heren, werkt. Maar jammer genoeg niet altijd. Want wat er soms naar me geroepen wordt, doet zeker wel pijn: 'Je bent een loser, kies een andere hobby! Weet je wat, ga vissen!' Aaauw! Misschien hebben ze gelijk. Misschien nam ik de verkeerde beslissing. Misschien ben ik een loser. Eerlijk gezegd voel ik me soms zo. Zie je? Elk muntstuk heeft een keerzijde. Als de eerste benadering -- het gaat niet over mij -- niet werkt, dan wil dat simpelweg zeggen dat het wél over mij gaat. Ik moet in de spiegel kijken en mezelf in vraag stellen. Als een beginnende scheidsrechter voel ik me nog onzeker. Zeker ik. Ik heb nooit gevoetbald. Het gaat over mij omdat het te maken heeft met mijn onzekerheid. Ik twijfel aan mezelf. Of het gaat over een deel van mezelf waar ik niet mee in het reine ben. Zie je mijn punt, dames en heren? Zelfs als ik weet dat een chauffeur slechts bumperkleeft omdat hij gehaast is, dan nog neem ik het persoonlijk als hij toetert en de koplampen flikkert. Ik moet mezelf in vraag stellen. Waarschijnlijk reed ik gewoon te traag. Ik ben me daarvan bewust. Ik hou gewoon niet van dat onhandige deel van mezelf. Waarom zou ik het anders persoonlijk nemen? Als ik zeg: 'Dames en heren, jullie zijn een appelsien.' Wie zou dit persoonlijk nemen? Niemand toch? Waarom niet? Omdat niets in jezelf gelooft dat je echt een appelsien bent. Een appelsien? Natuurlijk tenzij je rossig bent en je je daar slecht bij voelt. Wat gelukkig voor mij niet het geval is. Maar als iemand zegt: 'Frederik, je bent zo egoïstisch.' Auw! Dan neem ik het persoonlijk. En dat gebeurt enkel omdat ik weet dat er waarheid in schuilt. Als ik eerlijk ben, weet ik ook wel dat ik niet altijd rekening houd met de behoefte van anderen. Als je kritiek krijgt en het doet pijn, is de kans groot dat dit geworteld is in je kindertijd. Misschien was je als kind nooit goed genoeg. Als je met een negen op tien thuis kwam, zeiden ze: 'Hé, en waarom geen tien?' Zie je? Je kan iets alleen maar persoonlijk nemen als er een gevoelige plek geraakt wordt. En dat is het moment om jezelf wat empathie te geven. Ai, dat doet pijn, verdorie! Ik hunker zo hard naar erkenning. En ik voel me verdrietig als ik die niet krijg. Zie je? Je kan ook je mond open doen. Vertel de ander gewoon wat er in je leeft. 'Hé, ik ben in het midden van mijn verhaal en jij loopt gewoon weg om de TV aan te zetten? Het voelt alsof je niets om mijn verhaal geeft. Dat is niet leuk.' Door jezelf open te stellen, jezelf kwetsbaar op te stellen, door te zeggen wat je voelt zonder de ander te verwijten, vergroot je de kans dat de ander jou zal begrijpen en met jouw behoeften rekening zal houden. Begrijp je wat ik bedoel? Om af te sluiten: hoe neem je iets niet persoonlijk? Eén: het gaat niet over mij! Kijk naar de intentie van de ander. Als dat niet werkt. Twee: het gaat wél over mij. Geef jezelf empathie en laat jezelf horen. Dames en heren, neem het alsjeblieft niet persoonlijk, maar ik hoop dat jullie enkele dingen persoonlijk zullen nemen binnen de komende uren en dagen. Enkel dan kan je deze strategieën testen. Beeld je in dat we dit allemaal zouden toepassen. Zou dat onze onderlinge relaties niet enorm verbeteren? Samen zouden we een betere wereld kunnen creëren. Zou dat niet geweldig zijn? En als scheidsrechter verdien ik er zelfs geld mee. Wie wil er geen twintig euro om te leren dingen niet persoonlijk te nemen? Steek je hand op. Steek je hand op. Oh, zovelen. Wie wil de twintig euro nu nog hebben? Wie wil de twintig euro nu nog hebben? Wie wil de twintig euro nu nog hebben? En wie wil ze nu nog hebben? Waarom wil je nog steeds deze twintig euro? (Toeschouwer): Omdat het nog steeds twintig euro is! Mensen kunnen je aanvallen, kritiek op je geven of je negeren. Ze kunnen je verfrommelen met hun woorden, je uitspuwen of zelfs over je heen lopen. Maar onthoud: wat ze ook doen of zeggen ... je blijft altijd even veel waard. Dank je. (Applaus)