Iedereen is wel bekend met autisme. Zo denken sommigen dat autisten mannen met een bleke huid zijn die monotoon praten en doordraven over hetzelfde onderwerp, of dat ze geen onderscheid kunnen maken tussen goed en fout, aandacht vermijden en vaak het verkeerde zeggen op het verkeerde moment. Sommigen denken dat mensen met autisme sociaal onhandig zijn en een gebrek aan humor en empathie hebben. Als je er zo over denkt, ben ik bang dat je een verkeerd beeld hebt van autisme. Hoe weet ik dat? Omdat ik zelf autisme heb. Het klopt dat ik obsessies heb, zoals voor electronica en het openbaar vervoer, maar dat bepaalt mij niet. We zijn allemaal uniek. Informatie is echter nauwelijks beschikbaar over hoe het is om te leven met autisme. Mensen denken snel in stereotypen. Ook de media maakt daar gebruik van. Gangbare typeringen zijn sociale onhandigheid, een gebrek aan empathie en zelfs genialiteit. Het gebrek aan kennis gaat nog verder. Ze zijn zelfs op zoek naar een geneesmiddel voor autisme. Ze zien autisme als iets negatiefs, een ziekte. Veel mensen zijn het daar niet mee eens en wij zien autisme niet als een ziekte. Het is gewoon een andere manier van denken en naar de wereld kijken. Onze hersenen werken anders dan bij anderen. Zie het als een vergelijking tussen een Xbox en een PlayStation. Het zijn allebei goede consoles met verschillende software, maar als je een spel van Xbox in een PlayStation steekt, zal het niet werken, omdat een PlayStation anders werkt. Als ik in de spiegel kijk, zie ik iemand die anders denkt -- en iemand met mooi haar. (Gelach) (Applaus) Maar de vraag is: ben ik ziek omdat ik anders denk? De grootste uitdaging voor autisten in de huidige samenleving is dat de wereld niet gebouwd is voor ons. We raken constant overweldigd. Ik heb bijvoorbeeld vreselijk last van harde geluiden, dus zet ik de muziek nooit superhard en je vindt me niet gauw in een grote groep mensen. Anderen op het spectrum raken bijvoorbeeld overweldigd door felle lichten en sterke geuren of kleverige texturen, die angst uitlokken. Denk aan alle sociale bijeenkomsten waar je bij was in het verleden. Was er harde muziek? Was het scherp verlicht? Rook het overal naar eten? Sprak iedereen door elkaar heen? Jullie hebben daar geen last van, maar voor iemand met autisme zijn ze een behoorlijke uitdaging. In dat soort situaties 'stimmen' we: we maken een herhaaldelijke beweging of geluid of een andere bezigheid die er soms raar uitziet. Sommigen zwaaien met hun armen of maken een geluid of draaien rond. Zo onttrekken we ons aan de situatie. We hebben vaak behoefte om te stimmen, maar mensen vinden het vaak raar, waardoor ze ons dwingen het te verbergen. Je autistische trekken om die reden verbergen, noemen we 'maskeren'. Sommigen doen dit beter dan anderen. Soms maskeer ik mezelf zo goed dat anderen het niet doorhebben, tot ik het verklap. (Lacht) Maar tegen het eind van de dag wordt de stress me teveel. Zelfs mijn huiswerk maken, wordt dan erg vermoeiend. Sommige mensen denken dat het maskeren de remedie is tegen autisme. Maar het enige wat dit doet, is zorgen dat we ons schamen om te laten zien wie we echt zijn. Nog een stereotype dat vaak wordt geassocieerd met autisme is dat mensen met autisme geen empathie hebben. Ook dit klopt niet. Ik heb zelfs veel empathie. Ik kan het alleen niet goed uiten. Als een vriend mij vertelt over de problemen waarmee hij worstelt, weet ik vaak niet hoe ik moet reageren. En daarom toon ik niet zoveel empathie als mijn niet-autistische vrienden. Emotionele expressie, of het nou veel is of weinig, is voor mij moeilijk. Ik spat bijna uit elkaar door alle emoties die ik tegelijk voel. Ook al weet ik niet hoe ik dat zeg. Geluk bijvoorbeeld, ziet eruit als een uitbarsting van vrolijk gepiep, geflapper met de handen en luide 'woehoes', (Gelach) terwijl jij alleen glimlacht. (Gelach) Als ik een geweldig verjaardagscadeau krijg of luister naar een tragisch nieuwsverhaal, kan ik niet reageren zonder te ontploffen en maskeer ik het om er normaal uit te zien. Mijn innerlijke gevoelens zijn onbegrensd, maar mijn geest laat me enkel extremen uitdrukken, niets anders. Dus mijn... Ik ben niet goed met emoties en ik communiceer op een andere manier en daarom werd ik gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis. Deze diagnose helpt mij, mijn vrienden en familie te begrijpen hoe mijn hoofd werkt. Wereldwijd krijgt ongeveer één procent van de bevolking de diagnose van autismespectrumstoornis. Dit aantal neemt toe. We zijn echter nog altijd een kleine minderheid. Veel mensen accepteren ons nog steeds niet als gelijken. Dit is mijn familie. In mijn familie is er nog iemand autistisch. Mijn moeder. Ja, volwassen vrouwen kunnen ook autistisch zijn. Mijn vader en mijn broer zijn het niet. Dat is soms lastig communiceren, helaas. Soms zeg ik iets als: "Toronto's Union Station, toch?" en dan denk ik dat ik ze zo help dingen te onthouden. Als het verwarrend is, moet ik nog duidelijker zijn. Vaak moeten we dingen op verschillende manieren zeggen, zodat iedereen het begrijpt. Maar ondanks alles houden we van elkaar en hebben we veel respect voor elkaar. In zijn boek NeuroTribes zegt schrijver Steve Silberman dat autisme en andere psychische aandoeningen moeten worden gezien als menselijk, als een natuurlijk onderdeel van het menselijke spectrum in plaats van een defect. Ik ben het daar volledig mee eens. Als autisme wordt gezien als onderdeel van het menselijke spectrum, is de wereld beter afgestemd op mensen met autisme. Ik schaam mij niet voor mijn autisme. Ik mag misschien anders denken en mij anders gedragen dan jullie, maar ik ben nog altijd een mens en ik ben niet ziek. Bedankt. (Applaus)