-
Laat maar zitten Jasmijn.
Laat die er maar op zitten. Heel goed.
-
Nu is het klaar met foto's.
- Oh! Laat maar staat Jasmijn.
-
Jasmijn was negen maanden oud toen ze bij
ons in het pleeggezin kwam wonen.
-
En toen was er al duidelijk dat ze een
ontwikkelingsachterstand had.
-
En eigenlijk zijn we gaan zoeken en observeren
wat er met Jasmijn aan de hand kon zijn.
-
En toen zijn we bij de FAS-Poli
terechtgekomen.
-
Ik heb energie mam.
-
FAS heeft een grote invloed op ons leven.
-
FAS betekent dat we ons leven
gestructureerd en geordend houden.
-
Weinig tijd voor impulsieve dingen.
-
FAS vind ik iets heel ongrijpbaars.
-
Je kan niet goed zien.
-
Je kan niet in de hersens kijken
wat er nou precies aan de hand is.
-
Klein beetje water hè.
-
Ik vind het heel moeilijk om mij in te
leven in hoe Jasmijn de wereld ziet.
-
Dan moet je, moet je draaien nu.
-
Als je door Jasmijn d'r bril probeert te kijken,
zie je hele andere dingen dan die wij kunnen zien.
-
Maar hij zit in de knoop.
- Kom maar dan haal ik hem uit de knoop.
-
Andere mensen zien het ook
niet aan Jasmijn.
-
En begrijpen Jasmijn vaak ook niet.
-
Mama.
-
Jasmijn heeft een vrolijke babbel.
Is een heerlijk, spontaan, vrolijk meisje.
-
Maar wat haar precies allemaal in haar
hoofd afspeelt dat zien mensen niet.
-
Daardoor wordt Jasmijn te hoog ingeschat.
-
En is het voor mij als pleegouder heel
lastig om mee om te gaan.
-
Jasmijn is bijvoorbeeld
heel erg dwangmatig.
-
Alles moet volgens wat zij in haar hoofd
heeft.
-
Volgens de structuur,
volgens de regelmaat.
-
Nee!
-
Nee!
-
Damy, ga je glijden?
Dan gaan we weer naar huis toe.
-
Jasmijn kan niet goed tegen dingen die
onverwachts gebeuren.
-
Mocht er bijvoorbeeld onverwachts visite
komen, dan wordt Jasmijn heel druk.
-
Ze kan hier heel slecht tegen.
-
Kom maar even zitten Jasmijn.
Even je chocomel opdrinken. Nou!
-
Terwijl als wij haar hierop voorbereiden.
-
Vertellen wat we gaan doen en het voor
haar duidelijk maken en afspraken maken.
-
Dan kan ze er vaak heel prima mee leven.
-
Kijk. Kijk maar naar Joost. Kijk maar
naar Joost. Kijk eens naar Joost.
-
Kijk maar even naar Allard, kom.
-
Wat je merkt bij Jasmijn is dat Jasmijn in
haar hoofd veel heeft zitten.
-
Veel chaos in haar hoofd.
-
En wat voor Jasmijn goed werkt is dat wij haar
helpen om die chaos een beetje te structureren.
-
Eigenlijk zijn wij niet heel erg bezig met
haar toekomst.
-
We genieten van het hier en nu.
-
En we gaan kijken hoe we haar het beste nu
kunnen begeleiden, helpen en opvoeden.
-
We genieten van Jasmijn.
-
Doet ie?
- Bijna.
-
We bekijken het eigenlijk stap voor stap.
-
Duurt zo lang.