< Return to Video

Je eigen hart wordt de geliefde

  • 0:09 - 0:12
    Je eigen hart wordt de geliefde
  • 0:12 - 0:15
    28 januari 2025
    (met Nederlandse ondertiteling)
  • 0:16 - 0:16
  • 0:16 - 0:17
  • 0:17 - 0:17
  • 0:17 - 0:17
  • 0:17 - 0:18
  • 0:18 - 0:18
  • 0:18 - 0:23
    [V.] U zegt soms,
    dat we niet weten hoe eerlijk te zijn,
  • 0:23 - 0:27
    of hoe open we zijn.
    En ik voel...
  • 0:27 - 0:32
    [M.] Oké, je zegt:
    'Soms weten we niet hoe open we zijn.'
  • 0:32 - 0:37
    Misschien.
    Maar je bent open genoeg om hier te komen.
  • 0:37 - 0:39
    [M.] Weet je wat voor winkel dit is?
    [V.1] Ja.
  • 0:39 - 0:41
    [M.] Wat voor winkel is het?
  • 0:41 - 0:44
    [V.] Een winkel... een lege winkel.
  • 0:44 - 0:49
    [M.] Een lege winkel.
    [gelach]
  • 0:49 - 0:52
    [M.] Heel slim. Heel goed. Oké.
    [V.] Misschien.
  • 0:52 - 0:55
    [M.] Dus je komt voor wat leegte.
    Oké.
  • 0:55 - 0:57
    [gelach]
  • 0:57 - 1:01
    [V.] Ik heb het gevoel,
    dat dit makkelijk te missen is...
  • 1:01 - 1:08
    [M.] In een lege winkel
    kun je niets kopen, alleen maar Zijn.
  • 1:08 - 1:11
    Er is niets te koop.
    Dat is een goede titel:
  • 1:11 - 1:14
    'Kom naar de lege winkel.'
  • 1:14 - 1:18
    Dieven in een leeg huis.
  • 1:27 - 1:30
    Ik wil dat gebruiken.
    Ik wil dat jij dit gebruikt.
  • 1:30 - 1:37
    Waarom gebruik je dit voorbeeld,
    van een lege winkel?
  • 1:37 - 1:45
    [V.] Ik heb het gevoel,
    dat ik niet 100% zeker kan zijn,
  • 1:45 - 1:48
    of er iets is, dat ik niet zie.
  • 1:50 - 1:52
    [M.] Ja, ik weet niet
  • 1:52 - 1:56
    of ik ooit iemand ontmoet heb,
    die ergens 100% zeker van was.
  • 1:56 - 2:01
    Behalve van dat je bent.
  • 2:01 - 2:05
    Misschien kun je stellen,
    dat je zeker weet, dat je bestaat,
  • 2:05 - 2:09
    en dat je ervaart of waarneemt.
  • 2:11 - 2:15
    Ben je het daarmee eens?
    Dat je weet, dat je bent?
  • 2:15 - 2:18
    [M.] En dat je ervaart?
    [V.] Ja.
  • 2:18 - 2:21
    [M.] Laten we daar dan mee werken,
  • 2:21 - 2:23
    want de rest is verkeer.
  • 2:23 - 2:26
    Alles wat opkomt,
    wordt waargenomen.
  • 2:26 - 2:30
    Het gaan wordt waargenomen.
    Waarom is er waarnemen?
  • 2:30 - 2:33
    Omdat jij er bent, je bestaat.
    Nu moeten we kijken.
  • 2:33 - 2:37
    Laat alles, dat kan komen en gaan los.
    Laat alles los.
  • 2:37 - 2:41
    Alleen jij en het waarnemen.
  • 2:41 - 2:43
    En van die 'jij en het waarnemen',
  • 2:43 - 2:48
    welke is het meest echt?
    Als er eentje weg moest?
  • 2:57 - 3:01
    Je zegt: 'Ik neem waar.'
    Ik neem waar.
  • 3:01 - 3:05
    Oftewel, elke ervaring, alles wat er gebeurt,
  • 3:05 - 3:09
    wordt waargenomen door dit besef van 'ik'.
  • 3:09 - 3:10
    [M.] Ja?
    [V.] Ja.
  • 3:10 - 3:15
    [M.] Dus je kunt zelfs stellen:
    'Ik neem niet waar.'
  • 3:15 - 3:18
    Wat betekent,
    dat ik het 'niet waarnemen' waarneem.
  • 3:18 - 3:23
    Ik zal het simpel houden.
  • 3:28 - 3:35
    [stem] Guruji, wat is dat waarnemen van leegte?
  • 3:35 - 3:38
    [V.] Als u zegt: 'Wat is echter?'
  • 3:38 - 3:42
    Ik weet niet meer precies wat u zei,
    dat wat je waarneemt...?
  • 3:42 - 3:45
    [M.] Je weet, dat je bestaat.
    [V.] Ja.
  • 3:45 - 3:49
    [M.] En dat je waarneemt,
    of ervaart dat je waarneemt,
  • 3:49 - 3:53
    via de zintuigen of de mind.
  • 3:53 - 3:56
    Innerlijke of uiterlijke omstandigheden,
  • 3:56 - 4:01
    die worden door jou waargenomen.
  • 4:01 - 4:03
    Dus alles dat komt, kan weer gaan.
  • 4:03 - 4:08
    Mentale omstandigheden,
    emotionele toestanden, vrienden.
  • 4:08 - 4:11
    Mensen leven, mensen blijven, mensen sterven.
  • 4:11 - 4:14
    Je voelt ziekte, gezondheid,
  • 4:14 - 4:17
    opwinding, verveling, moe, of energiek.
  • 4:17 - 4:22
    [M.] Dit alles neem je waar.
    Het komt en gaat.
  • 4:22 - 4:25
    Die jij, die alles waarneemt...
  • 4:27 - 4:31
    ...komt en gaat die?
  • 4:31 - 4:32
    Is die persoonlijk?
  • 4:32 - 4:35
    Persoonlijke omstandigheden komen ook.
  • 4:35 - 4:40
    Dus dat valt ook onder dat veld
    van waarneembaarheid, toch?
  • 4:40 - 4:44
    Dus zelfs die dingen
    en het besef van 'ik',
  • 4:44 - 4:48
    en je autobiografie,
    je ideeën over het leven,
  • 4:48 - 4:52
    al die persoonlijke dingen,
    die worden ook waargenomen.
  • 4:52 - 4:57
    [M.] En ze kunnen van vorm veranderen,
    en dat wordt ook waargenomen.
  • 4:57 - 5:02
    Dus ze kunnen niet dat zijn,
    wat ze waarneemt, toch?
  • 5:02 - 5:09
    [M.] Dat wat waarneemt,
  • 5:09 - 5:13
    is dat tastbaar of niet?
    Is het tastbaar?
  • 5:13 - 5:16
    [V.] Niet tastbaar.
    [M.] Niet tastbaar.
  • 5:16 - 5:21
    [V.] Ik kan niet zeggen wat het is,
    maar ik ervaar, dat...
  • 5:21 - 5:24
    [M.] Wie spreekt nu?
  • 5:26 - 5:29
    [M.] Het is geen strikvraag.
    [V.] Ik ben aan het kijken.
  • 5:29 - 5:34
    [M.] Het antwoord kwam overduidelijk
    snel en makkelijk.
  • 5:34 - 5:39
    Het was niet moeilijk om te zeggen,
    dat al die dingen gezien worden.
  • 5:39 - 5:42
    En dat dat, wat waarneemt
  • 5:42 - 5:46
    zelf niet gezien kan worden
    als iets tastbaars.
  • 5:46 - 5:51
    Is het mannelijk of vrouwelijk?
    Iets van die dingen? Nee.
  • 5:51 - 5:57
    Dus, antwoorden en responsen komen daar vandaan.
  • 6:02 - 6:07
    [M.] Dus zelfs de antwoorden komen
    en worden gezien,
  • 6:07 - 6:11
    terwijl ze stromen uit, wat?
    Een iets, of een niets.
  • 6:11 - 6:16
    [V.] Ik weet niet of ze ergens uit stromen,
    maar ze worden gezien.
  • 6:16 - 6:20
    [M.] Oké, ze verschijnen ook.
  • 6:20 - 6:25
    Dat wat ze waarneemt,
    wat kan daarover gezegd worden?
  • 6:25 - 6:28
    Is dat een structuur, of niet?
  • 6:28 - 6:32
    [V.] Het is geen structuur.
    [M.] Oké.
  • 6:32 - 6:37
    [M.] Is dat significant?
    [V.] Ja, zeker.
  • 6:37 - 6:42
    [M.] Oké. Waar begint dan
    het probleem, als het er is?
  • 6:44 - 6:49
    [M.] Is dat een nieuwe vaardigheid
    die je hebt ontwikkeld?
  • 6:51 - 6:56
    Iedereen kan meedoen.
    Dit is niet specifiek voor jou.
  • 6:56 - 7:00
    Iedereen heeft dat besef van 'ik'.
    'Ik ben'.
  • 7:00 - 7:04
    Maar het wordt snel aan het lichaam geplakt:
    'Ik ben deze persoon.'
  • 7:04 - 7:08
    'Ik ben Duitser.' 'Ik kom daar vandaan.'
    'ik ben dokter.'
  • 7:08 - 7:11
    Dit 'ik ben dit en dat' is een vereiste.
  • 7:11 - 7:15
    Dus het neemt het besef aan
    van iets herkenbaars.
  • 7:15 - 7:19
    Maar vanuit jouw plek,
    is dat ook een waarneembare constructie.
  • 7:19 - 7:22
    De 'Ik', die dat ziet, behoort er niet toe.
  • 7:22 - 7:27
    Je kunt niet zeggen, dat die een dokter is of zo.
  • 7:27 - 7:33
    Of dat het 1,7 m is, 170 cm.
  • 7:33 - 7:37
    Die heeft niet dit soort kwaliteiten.
  • 7:37 - 7:41
    Wat is het voor zichzelf,
  • 7:41 - 7:45
    als het niet valt onder die punten
    die waarneembaar zijn,
  • 7:45 - 7:48
    op zichzelf?
  • 7:51 - 7:54
    [V.] Het wordt er niet door geraakt.
  • 7:54 - 7:58
    [M.] Ja. Oké.
    Terug naar de oorsprong.
  • 7:58 - 8:01
    [M.] Het wordt er niet door geraakt?
    [V.] Nee.
  • 8:01 - 8:05
    [V.] Alleen als de identiteit
    over het hoofd wordt gezien.
  • 8:05 - 8:08
    [M.] Als de identiteit...?
    [V.] ...niet wordt gezien.
  • 8:08 - 8:12
    [M.] Dus identiteit veroorzaakt die problemen?
  • 8:12 - 8:17
    [V.] Identificatie geeft die problemen,
    maar voor wie?
  • 8:17 - 8:20
    [M.] Aah.
    Vraag je dat aan mij?
  • 8:21 - 8:27
    [M.] Dat moet jij uitzoeken.
    Hier en nu zou goed zijn.
  • 8:27 - 8:31
    [V.] Het probleem kan er niet zijn voor dat,
  • 8:31 - 8:35
    [V.] wat er niet door geraakt wordt.
    [M.] Precies.
  • 8:35 - 8:40
    Is 'dat wat er niet door geraakt wordt'
    een ding of een waarneming?
  • 8:40 - 8:43
    [V.] Nee.
    [M.] Waar is het?
  • 8:45 - 8:50
    [V.] Het heeft geen locatie.
  • 8:50 - 8:52
    [M.] En geen probleem.
    [V.] Nee.
  • 8:52 - 8:58
    [M.] Laten we zien waar de problemen zijn.
  • 8:58 - 9:02
    [M.] Waarom iets oplossen,
    wat geen probleem heeft?
  • 9:02 - 9:07
    [V.] 'Waarom iets oplossen, dat geen probleem heeft?'
    [M.] Precies.
  • 9:07 - 9:09
    Het heeft geen probleem.
  • 9:09 - 9:12
    Dus waar moeten we heen,
    voor een probleem?
  • 9:12 - 9:14
    Dit is prima.
    We kijken en dat is goed.
  • 9:14 - 9:18
    Ik wil niet voelen:
    'Punt. Klaar. Ik ga.'
  • 9:18 - 9:22
    Want problemen ontstaan ergens,
  • 9:22 - 9:25
    en iedereen heeft daar last van.
  • 9:25 - 9:30
    Je moet ook ontdekken, wie die 'iedereen' is.
  • 9:30 - 9:37
    Het schijnt
    dat je zowel niemand als iemand bent.
  • 9:46 - 9:50
    In dit achteruitstappen, ga je zien:
  • 9:50 - 9:53
    'Ja, ik ben er.'
  • 9:53 - 9:56
    Maar als wat, is die 'ik' hier?
  • 9:56 - 9:59
    Nou, zeker niet als de persoon.
  • 9:59 - 10:04
    Niets als man of vrouw.
    Ook niet als moslim of christen.
  • 10:04 - 10:08
    Het is iets...
    Iets, met niets...
  • 10:08 - 10:12
    Is dat een waardevolle ontdekking?
    Ja.
  • 10:12 - 10:15
    Dus dat is niet waar het probleem zit.
  • 10:15 - 10:21
    Het probleem ontstaat op de plek van identificatie,
  • 10:21 - 10:26
    [M.] waar ik iemand ben.
    [V.] Ja.
  • 10:26 - 10:31
    [M.] Is er een manier
    waar dit gevoel van iemand te zijn...
  • 10:31 - 10:35
    Hoe ziet dat eruit,
    vanaf die plek van jouw ontdekking?
  • 10:35 - 10:40
    'Dat ik niet één van die dingen ben,
    waar we het over hadden.'
  • 10:40 - 10:45
    Hoe worden die dingen...
    Wat is hun waarde?
  • 10:45 - 10:48
    Ze hebben hier geen impact op,
  • 10:48 - 10:52
    maar dit moet de reden zijn,
    dat ze spelen.
  • 10:52 - 10:57
    Ook dat besef van 'ik' is hier,
    een vertrouwd gevoel van 'ik'.
  • 10:57 - 11:00
    Maar is dat stabiel?
  • 11:00 - 11:03
    Is die 'ik' stabiel, momenteel de tweede 'ik'?
  • 11:03 - 11:07
    [V.] De bewegende 'ik' is niet stabiel.
  • 11:07 - 11:12
    [M.] Dus is het niet die bewegende 'ik',
    die naar satsang kwam?
  • 11:12 - 11:14
    [V.] Jawel.
    [M.] Ja.
  • 11:17 - 11:23
    [M.] Waarom?
    Hij kan zijn wereld niet beheersen.
  • 11:25 - 11:30
    [V.] Gelukkig niet, want ik zou niet...
    Hij zou niet...
  • 11:30 - 11:35
    [V.] Ik zou niet zien wat hij echt is,
    als hij de controle had.
  • 11:35 - 11:40
    Als dit probleem er niet was,
    en de pijn en de identificatie,
  • 11:40 - 11:44
    dan zou er geen drang zijn om...
  • 11:44 - 11:48
    [M.] Dus er moet een drang zijn,
    een drijfveer.
  • 11:48 - 11:54
    Wat is de drijfveer van deze 'ik',
    die de persoon is?
  • 11:54 - 11:59
    Want ieder mens, we hebben allemaal
  • 11:59 - 12:04
    dit masker, de ziekte van die 'ik-mij.'
  • 12:04 - 12:07
    Waar zoekt die 'ik-mij' nou echt naar?
  • 12:07 - 12:10
    Iedereen kan meedoen.
  • 12:10 - 12:16
    Die 'ik-mij',
    is dat een rustige, tevreden, gelukkige 'ik-mij'?
  • 12:16 - 12:19
    Nee.
    Dus wat wil hij?
  • 12:19 - 12:22
    [stem] Vrij zijn van lijden.
  • 12:22 - 12:24
    [M.] Vrij zijn van lijden.
  • 12:24 - 12:27
    Alleen jij? Alleen jij?
    [stemmen] Nee.
  • 12:27 - 12:29
    Oh. Oké, oké.
    Vrij zijn van lijden.
  • 12:29 - 12:33
    [M.] Waar lijdt hij onder?
    [Sangha] Zijn projectie.
  • 12:33 - 12:37
    [M.] Zijn projectie. Zijn projectie.
    Enzovoorts...
  • 12:37 - 12:41
    We hebben nu iets gemeenschappelijks:
    dat lijden.
  • 12:41 - 12:45
    [V.] Maar ik weet niet zeker,
    of die geïdentificeerde 'ik'
  • 12:45 - 12:48
    wel wil rusten.
  • 12:48 - 12:50
    [M.] Wel wat wil?
    [V.] Rusten.
  • 12:50 - 12:53
    [M.] Wil hij geen rust?
    [V.] Dat weet ik niet.
  • 12:53 - 12:55
    [M.] Jij, die nu spreekt,
    bent niet dat.
  • 12:55 - 12:58
    [M.] Is dat, wat je zegt?
    [V.] Wat ben ik niet...?
  • 12:58 - 13:04
    [M.] Niet de persoon.
    Je weet niet zeker of de persoon wel...
  • 13:04 - 13:08
    Wie spreekt er nu?
    Stel dat even vast.
  • 13:08 - 13:10
    Van waaruit kijk je?
  • 13:10 - 13:15
    Vanuit een plek met identificatie,
    of zonder identificatie?
  • 13:15 - 13:21
    Er is een gevoel: 'Ik ben.'
    Ik noem dat bewustzijn.
  • 13:21 - 13:31
    Die 'Ik ben'- heid,
    zonder de sterke identificatie met de persoon,
  • 13:31 - 13:35
    die noem ik voor nu het Brahman.
  • 13:35 - 13:38
    Want ik dan heb nog een woord,
    het Parabrahman.
  • 13:38 - 13:42
    Begrijp je dat? Oké.
    Dus dit is het bewustzijn.
  • 13:42 - 13:45
    De goeroe-staat van het Zijn.
  • 13:45 - 13:48
    Die is er voor iedereen.
  • 13:48 - 13:55
    Het is dat, van waaruit de persoon
    en zijn wereld, wordt gezien,
  • 13:55 - 13:58
    maar er niet door verstoord wordt.
  • 13:58 - 14:03
    En vanuit deze plek,
    heeft het 'Ik Ben' de mogelijkheid
  • 14:03 - 14:07
    te kijken naar het rijk
    van die 'ik-mij' en die ik-persoon.
  • 14:07 - 14:11
    Het straalt er wat zegen over uit,
    want in de vorm van de ik-persoon...
  • 14:11 - 14:15
    Volgen jullie dit?
    In de vorm van de ik-persoon,
  • 14:15 - 14:18
    is het nog steeds een modus van bewustzijn.
  • 14:18 - 14:22
    En dat besef van Zijn,
    je kunt het de ziel noemen...
  • 14:22 - 14:26
    Begrijp je?
    Dit zijn enkel praktische woorden.
  • 14:26 - 14:31
    De ziel heeft verscheidene karakteristieken.
  • 14:31 - 14:35
    In India hebben ze het over guna's,
  • 14:35 - 14:39
    een soort energetische kenmerken
  • 14:39 - 14:42
    die de ziel beïnvloeden.
    Zeg 't maar.
  • 14:42 - 14:46
    [V.] Sorry, noemt u de ziel nu de persoon?
  • 14:46 - 14:49
    [M.] Ja. Laat me even,
    dan zie je wat ik bedoel.
  • 14:49 - 14:54
    [M.] Dus dit gevoel van een iemand te zijn,
  • 14:54 - 14:57
    een entiteit met kenmerken,
    met een verhaal,
  • 14:57 - 15:00
    met associaties, met ouders, een familie,
  • 15:00 - 15:04
    met al die dingen, een zelfbeeld,
  • 15:04 - 15:07
    die jou uniek maken.
  • 15:07 - 15:10
    Tenminste, voor nu,
  • 15:10 - 15:14
    want wat je over jezelf zegt,
    verandert ook steeds.
  • 15:14 - 15:18
    Als je gedurende 20 jaar een biografie schrijft,
  • 15:18 - 15:22
    zal dat steeds veranderen.
    Dus de persoon is niet stabiel.
  • 15:22 - 15:24
    Maar het 'Ik ben',
  • 15:24 - 15:28
    dat de projectie van mind en persoon genereert...
  • 15:28 - 15:33
    Ik ga persoon en mind voor nu
    als hetzelfde beschouwen.
  • 15:33 - 15:38
    Om te...
    Het is goed om dit te begrijpen,
  • 15:38 - 15:40
    want dan wordt het duidelijker.
  • 15:40 - 15:46
    Dus de...
  • 15:46 - 15:49
    [M.] Conflicten verschijnen
    in de persoonsvorm van bewustzijn.
  • 15:49 - 15:53
    En verlangens,
    En pijn, leven, dood, 'jij en ik'.
  • 15:53 - 15:56
    Dit, dat, hoog, laag, hemel, hel,
  • 15:56 - 15:59
    al die dingen komen voor de persoon.
  • 15:59 - 16:02
    Dat is nooit een stabiel veld!
  • 16:02 - 16:07
    Zelfs voor zichzelf, als er niets gebeurt,
    zit hij zichzelf in de weg.
  • 16:07 - 16:11
    Hij lijdt onder zichzelf:
    'Ik ben zo eenzaam, en...'
  • 16:11 - 16:15
    Hij is nooit zonder problemen.
  • 16:15 - 16:21
    Maar hij is ook onderweg
    in deze wereld, zoals we die kennen.
  • 16:21 - 16:25
    Iedereen zit op een pad van zelf-ontdekking.
  • 16:25 - 16:28
    Al of niet bewust.
  • 16:28 - 16:32
    Dat kan zich een tijdje
    alleen op tastbare dingen richten:
  • 16:32 - 16:36
    'Ik wil advocaat worden,
    of een dokter, of beroemd.'
  • 16:36 - 16:38
    'Ik wil zanger worden.'
    'Ik wil iets worden.'
  • 16:38 - 16:43
    En dat levert vruchten op.
    Dat heeft kracht. Het levert wat op.
  • 16:43 - 16:47
    Je kunt zeker rijk worden,
    of beroemd, enzovoorts.
  • 16:47 - 16:52
    Maar we merken,
    dat zelfs zij die heel rijk werden,
  • 16:52 - 16:55
    uiteindelijk toch niet voldaan waren.
  • 16:55 - 16:57
    Zo werkt het systeem.
  • 16:57 - 17:01
    Je kunt pas echt voldaan zijn,
  • 17:01 - 17:06
    echt oprecht voldaan, als je thuiskomt.
  • 17:06 - 17:09
    En 'thuiskomen' betekent:
    Ontwaken tot je ware natuur.
  • 17:09 - 17:12
    Die is niet ergens anders,
    niet daar.
  • 17:12 - 17:16
    Het is een soort ontpellen.
  • 17:16 - 17:18
    Dus...
  • 17:20 - 17:24
    Dus mijn manier van ernaar kijken,
  • 17:24 - 17:28
    is dat de persoon degene is,
    die de reis begint,
  • 17:28 - 17:30
    de reis van het leven.
  • 17:30 - 17:33
    En ik zou niet zeggen,
    wat de Advaita stelt:
  • 17:33 - 17:37
    'De persoon bestaat niet,
    de mind en de wereld niet...'
  • 17:37 - 17:39
    En dat is ook wel zo, uiteindelijk,
  • 17:39 - 17:43
    maar je moet wel begrijpen
    in welk licht dat zo is.
  • 17:43 - 17:49
    Want als je tegen mensen met een sterke identiteit,
  • 17:49 - 17:52
    een filosofie, een levensovertuiging,
    als je die zegt:
  • 17:52 - 17:55
    'Niets daarvan is echt!'
  • 17:55 - 17:58
    Dat is heel pijnlijk. Je weet niet...
    'Wat zeg je nou?!'
  • 17:58 - 18:03
    Sommigen doen dat zo
    en nemen die houding aan,
  • 18:03 - 18:08
    maar innerlijk is dat niet waar.
    Iets moet eerst duidelijk worden.
  • 18:08 - 18:14
    Dat gevoel van iemand te zijn,
    dat is ook bewustzijn!
  • 18:14 - 18:17
    Als je 'ik' zegt, als je die 'ik' voelt...
  • 18:17 - 18:21
    Want niemand heeft je die 'ik' gegeven.
    De rest kreeg je.
  • 18:21 - 18:25
    Niemand, je ouders zeiden niet:
    'We gaan je 'Ik' noemen.'
  • 18:25 - 18:30
    En toch heeft elk wezen
    dit intuïtieve besef van een 'ik'.
  • 18:30 - 18:33
    Niet het Engelse woord.
  • 18:33 - 18:36
    Zelfs een mug heeft een gevoel van 'ik'.
  • 18:36 - 18:40
    'Ik' verwijst naar het bestaan:
    'Ik besta.'
  • 18:40 - 18:44
    Maar de ik-persoon komt zelden tot die kern,
  • 18:44 - 18:49
    dat het 'bestaan' betekent,
    en dat hij bewust is.
  • 18:49 - 18:53
    Hij weet niet eens, dat hij niet kan sterven,
    als bewustzijn.
  • 18:53 - 18:56
    Bewustzijn kan niet sterven!
  • 18:56 - 19:00
    Maar het idee 'ik ben het lichaam' wel.
  • 19:00 - 19:05
    Dat wil niet zeggen dat hij sterft.
    Het lichaam sterft.
  • 19:05 - 19:08
    Maar wat je bent, kan niet sterven.
  • 19:08 - 19:12
    Dat verplaatst naar andere ervaringen,
  • 19:12 - 19:14
    als er nog meer te ervaren is.
  • 19:14 - 19:19
    Dus die innerlijke drang,
    van diverse wezens in diverse lichamen,
  • 19:19 - 19:25
    als identiteiten in diverse lichamen,
    ieder op hun eigen pad.
  • 19:25 - 19:27
    Sommigen verlangen enkel naar roem.
  • 19:27 - 19:30
    Of: 'Ik wil vijf kinderen.'
    'Ik wil een mooi huis.'
  • 19:30 - 19:33
    'Ik wil genoeg geld, om te doen wat ik wil.'
  • 19:33 - 19:38
    Dat soort verlangens mogen bestaan
    van het Parabrahman, van Paramatman,
  • 19:38 - 19:40
    dat hier leven aan geeft.
  • 19:40 - 19:43
    Elk verlangen mag er zijn.
    Goed en slecht.
  • 19:43 - 19:46
    En het helpt je
    die verlangens te vervullen.
  • 19:46 - 19:48
    Zelfs een dief,
  • 19:48 - 19:51
    het geeft de kracht om een betere dief te worden.
  • 19:51 - 19:56
    Want God zal je gebruiken,
    als een geweldige dief.
  • 19:56 - 19:59
    Hij zal er anderen mee helpen,
  • 19:59 - 20:04
    die wellicht verder kunnen evolueren
    door jouw diefstal.
  • 20:04 - 20:09
    Zij hebben die diefstal nodig
    om een stapje verder te kunnen.
  • 20:09 - 20:13
    Het geheel is prachtig geregeld,
  • 20:13 - 20:17
    omdat Paramatman overal zorg voor draagt.
  • 20:17 - 20:21
    Niets gaat verloren.
    Niet alleen voor mensen,
  • 20:21 - 20:25
    ook voor het mierenrijk, de bijenwereld,
  • 20:25 - 20:31
    de paarden en alle koninkrijken.
    Hij is God van alles.
  • 20:31 - 20:34
    Ze hebben hun eigen regels.
    hun filosofieën.
  • 20:34 - 20:38
    Ze hebben hun eigen manier,
    hun voor-en afkeur.
  • 20:38 - 20:41
    Ze hebben hun eigen drang,
    hun eigen lijden.
  • 20:41 - 20:43
    Alles evolueert vanzelf.
  • 20:43 - 20:46
    Maar laten we bij onze wereld blijven.
  • 20:46 - 20:49
    In onze wereld bestaat die drang,
  • 20:49 - 20:52
    en zijn we tijdelijk, afhankelijk van...
  • 20:52 - 20:57
    Want niet ieder mens
    zit op hetzelfde niveau van groei.
  • 20:57 - 21:01
    Niet:
    'Iedereen die op dit niveau is, mag verder,
  • 21:01 - 21:05
    en iedereen op dat niveau...'
    Nee, hij mixt het. En wij worstelen.
  • 21:05 - 21:09
    Maar dat hebben we ook nodig.
    Zie je?
  • 21:09 - 21:12
    Ik zeg dit,
    opdat je niet klaagt over je leven.
  • 21:12 - 21:15
    Alles wat op je pad komt,
    als je het alleen zo ziet:
  • 21:15 - 21:18
    'Dit overkomt me,
    dit heb ik niet verdiend.'
  • 21:18 - 21:21
    Nou, je hebt het wel verdiend!
  • 21:21 - 21:27
    En je moet de ervaring gebruiken,
    om iets in jezelf te overstijgen.
  • 21:27 - 21:29
    Als je iets in jezelf overstijgt,
  • 21:29 - 21:33
    dan wordt jouw licht
    ook het licht van anderen.
  • 21:33 - 21:37
    Maar denk niet: 'mijn licht...'
  • 21:37 - 21:39
    Begrijpen jullie?
  • 21:39 - 21:42
    Als je die houding hebt, oké.
  • 21:42 - 21:46
    Maar het was nodig, het wijst ergens op.
  • 21:46 - 21:49
    Liever dan:
    'Oh, ze vallen me aan...'
  • 21:49 - 21:51
    Het zelf, als een persoon,
  • 21:51 - 21:55
    is behoorlijk bijziend en zelf-beschermend.
  • 21:55 - 22:00
    Daarom groeit hij niet zo snel,
    hij voelt zich kwetsbaar.
  • 22:00 - 22:03
    En als je kwetsbaar bent, sluit je je in.
  • 22:03 - 22:05
    Als een fort.
  • 22:05 - 22:10
    Als je dit gaat beseffen, dan zie je:
    'Maar een dieper bewustzijn...'
  • 22:10 - 22:14
    Zij sprak net vanuit dit diepere bewustzijn,
  • 22:14 - 22:17
    waarin de persoon en zijn wereld
  • 22:17 - 22:19
    met meer afstand gezien worden.
  • 22:19 - 22:24
    Ze zei: 'Ik praat met u.
    Van hieruit gaat alles prima.'
  • 22:24 - 22:26
    Wat wil je?
  • 22:26 - 22:30
    Wat heb je nodig?
    Wat is je probleem?
  • 22:30 - 22:32
    'Nou, hier eigenlijk niets.'
  • 22:32 - 22:35
    'Voor een probleem moet ik daarheen.'
  • 22:35 - 22:38
    En 'daar' staat voor de persoon.
  • 22:38 - 22:41
    'Mijn buren' en 'mijn relatie.'
    'En dingen...'
  • 22:41 - 22:46
    'Zal ik genoeg geld hebben...'
    Dat zijn zorgen van de persoon.
  • 22:46 - 22:49
    Die zijn er om je te helpen groeien.
  • 22:49 - 22:53
    Als je dit ziet en begrijpt,
    word je niet boos:
  • 22:53 - 22:56
    'Oh, zij weer. Het is hun schuld.'
  • 22:56 - 22:58
    Je gaat het gebruiken.
  • 22:58 - 23:04
    En als je zover bent,
    dan wil je sneller vooruit. En dat kan.
  • 23:04 - 23:06
    Je kunt zo gaan: 'tik, tak, tik, tak...'
  • 23:06 - 23:10
    Of je kunt het grote Zien binnenstappen.
  • 23:10 - 23:16
    Je kunt kleine stapjes nemen,
    of in lichtjaren reizen.
  • 23:16 - 23:20
    Dus hier, volgens mij...
    Je mag me corrigeren,
  • 23:20 - 23:24
    maar als je hier komt,
    dan is er die capaciteit in je,
  • 23:24 - 23:28
    om te... [ademt uit].
    Te bloeien in hogere sferen.
  • 23:28 - 23:30
    Als je ziet:
    'Wacht eens even,
  • 23:30 - 23:34
    ik verspil mijn tijd met de persoon.'
  • 23:34 - 23:39
    'Want nu ben ik gewaar van mezelf
    in bewustzijn, als bewustzijn.'
  • 23:39 - 23:41
    En wat gebeurt er dan?
  • 23:41 - 23:44
    Naarmate je leert observeren,
  • 23:44 - 23:47
    dan zie je hoe geïdentificeerd we zijn.
  • 23:47 - 23:49
    Zodra je identificeert, vertraag je.
  • 23:49 - 23:53
    En dan ga je concepten verzamelen.
  • 23:53 - 23:55
    En hoe meer concepten je verzamelt,
  • 23:55 - 24:01
    hoe ondoorzichtiger je wordt;
    vastgeroest en star.
  • 24:01 - 24:04
    Als je mensen kent met stapels concepten,
  • 24:04 - 24:08
    en als hun en jouw concepten niet samengaan,
    dan: 'Whoa!'
  • 24:08 - 24:11
    Zelfs binnen families.
  • 24:11 - 24:18
    Dus wat je verwerft,
    door met afstand te observeren,
  • 24:18 - 24:22
    dat je dit Zien kunt vangen,
  • 24:22 - 24:24
    waar zelfs je persoon,
  • 24:24 - 24:32
    het middelpunt van je hele wereld.
    De persoon zelf wordt gezien.
  • 24:32 - 24:36
    Als je dat ziet, dan: 'Whoa!'
  • 24:36 - 24:38
    Er is niet enkel die wereld,
  • 24:38 - 24:42
    maar ook een persoonlijke zelf,
    als weerspiegeling van die wereld.
  • 24:42 - 24:47
    Ik noem dit de twee kanten van één munt.
    Ze gaan samen.
  • 24:47 - 24:51
    De fout was,
    dat je jezelf identificeerde met jezelf:
  • 24:51 - 24:55
    'Dat is de wereld, alles gaat fout.
    Dat ben ik niet.'
  • 24:55 - 24:57
    Hoe is dat zo gekomen?
  • 24:57 - 25:01
    Omdat je persoon ook onder de titel 'ik' valt.
  • 25:01 - 25:06
  • 25:06 - 25:13
  • 25:13 - 25:15
  • 25:15 - 25:19
  • 25:19 - 25:24
  • 25:24 - 25:28
  • 25:28 - 25:31
  • 25:31 - 25:34
  • 25:34 - 25:38
  • 25:38 - 25:44
  • 25:44 - 25:49
  • 25:49 - 25:53
  • 25:53 - 25:57
  • 25:57 - 26:00
  • 26:00 - 26:04
  • 26:04 - 26:06
  • 26:06 - 26:10
  • 26:10 - 26:14
  • 26:14 - 26:18
  • 26:18 - 26:20
  • 26:20 - 26:24
  • 26:24 - 26:28
  • 26:28 - 26:32
  • 26:32 - 26:36
  • 26:36 - 26:40
  • 26:40 - 26:42
  • 26:42 - 26:48
  • 26:48 - 26:53
  • 26:53 - 26:59
  • 26:59 - 27:01
  • 27:01 - 27:05
  • 27:05 - 27:08
  • 27:08 - 27:10
  • 27:10 - 27:15
  • 27:15 - 27:18
  • 27:18 - 27:21
  • 27:21 - 27:25
  • 27:25 - 27:29
  • 27:29 - 27:35
  • 27:35 - 27:40
  • 27:40 - 27:42
  • 27:42 - 27:45
  • 27:45 - 27:48
  • 27:48 - 27:54
  • 27:54 - 27:57
  • 27:57 - 28:02
  • 28:02 - 28:07
  • 28:07 - 28:12
  • 28:12 - 28:18
  • 28:18 - 28:21
  • 28:21 - 28:25
  • 28:25 - 28:29
  • 28:29 - 28:31
  • 28:31 - 28:34
  • 28:34 - 28:39
  • 28:39 - 28:42
  • 28:42 - 28:45
  • 28:45 - 28:47
  • 28:47 - 28:50
  • 28:50 - 28:55
  • 28:55 - 28:58
  • 28:58 - 29:02
  • 29:02 - 29:04
  • 29:04 - 29:07
  • 29:07 - 29:12
  • 29:12 - 29:17
  • 29:20 - 29:25
  • 29:25 - 29:28
  • 29:28 - 29:32
  • 29:32 - 29:37
  • 29:37 - 29:42
  • 29:42 - 29:44
  • 29:44 - 29:50
  • 29:50 - 29:54
  • 29:54 - 29:57
  • 29:57 - 30:02
  • 30:02 - 30:05
  • 30:05 - 30:09
  • 30:09 - 30:13
  • 30:13 - 30:18
  • 30:18 - 30:22
  • 30:22 - 30:25
  • 30:25 - 30:28
  • 30:28 - 30:33
  • 30:33 - 30:38
  • 30:38 - 30:42
  • 30:42 - 30:47
  • 30:47 - 30:52
  • 30:52 - 30:57
  • 30:57 - 31:04
  • 31:04 - 31:10
  • 31:10 - 31:13
  • 31:13 - 31:16
  • 31:16 - 31:19
  • 31:19 - 31:22
  • 31:22 - 31:25
  • 31:25 - 31:28
  • 31:28 - 31:31
  • 31:31 - 31:35
  • 31:35 - 31:39
  • 31:39 - 31:43
  • 31:43 - 31:47
  • 31:47 - 31:53
  • 31:53 - 31:55
  • 31:55 - 31:58
  • 31:58 - 32:01
  • 32:01 - 32:05
  • 32:05 - 32:09
  • 32:09 - 32:14
  • 32:14 - 32:17
  • 32:17 - 32:20
  • 32:20 - 32:24
  • 32:24 - 32:28
  • 32:28 - 32:33
  • 32:33 - 32:36
  • 32:36 - 32:41
  • 32:41 - 32:43
  • 32:43 - 32:46
  • 32:46 - 32:49
  • 32:49 - 32:51
  • 32:51 - 32:54
  • 32:54 - 32:59
  • 32:59 - 33:03
  • 33:03 - 33:06
  • 33:06 - 33:11
  • 33:11 - 33:16
  • 33:16 - 33:18
  • 33:18 - 33:21
  • 33:21 - 33:25
  • 33:25 - 33:29
  • 33:29 - 33:33
  • 33:33 - 33:36
  • 33:36 - 33:41
  • 33:41 - 33:46
  • 33:48 - 33:53
  • 33:53 - 33:55
  • 33:55 - 34:00
  • 34:00 - 34:05
  • 34:05 - 34:08
  • 34:08 - 34:11
  • 34:11 - 34:15
  • 34:18 - 34:23
  • 34:23 - 34:29
  • 34:31 - 34:36
  • 34:39 - 34:42
  • 34:42 - 34:45
  • 34:45 - 34:48
  • 34:48 - 34:52
  • 34:52 - 34:55
  • 34:55 - 34:57
  • 34:57 - 35:01
  • 35:01 - 35:04
  • 35:04 - 35:07
  • 35:07 - 35:12
  • 35:12 - 35:14
  • 35:14 - 35:19
  • 35:19 - 35:23
  • 35:23 - 35:27
  • 35:27 - 35:30
  • 35:30 - 35:33
  • 35:33 - 35:37
  • 35:37 - 35:38
  • 35:38 - 35:43
  • 35:43 - 35:46
  • 35:46 - 35:53
  • 35:56 - 36:01
  • 36:01 - 36:04
  • 36:04 - 36:06
  • 36:06 - 36:10
  • 36:10 - 36:13
  • 36:13 - 36:18
  • 36:18 - 36:23
  • 36:23 - 36:27
  • 36:27 - 36:32
  • 36:32 - 36:35
  • 36:35 - 36:40
  • 36:42 - 36:45
  • 36:45 - 36:48
  • 36:51 - 36:58
  • 36:58 - 37:02
  • 37:04 - 37:06
  • 37:06 - 37:10
  • 37:10 - 37:14
  • 37:14 - 37:18
  • 37:18 - 37:22
  • 37:29 - 37:36
  • 37:36 - 37:39
  • 37:39 - 37:42
  • 37:42 - 37:47
  • 37:47 - 37:50
  • 37:50 - 37:59
  • 37:59 - 38:09
  • 38:09 - 38:14
  • 38:17 - 38:19
  • 38:19 - 38:23
  • 38:23 - 38:27
  • 38:31 - 38:40
  • 38:40 - 38:43
  • 38:57 - 39:01
  • 39:05 - 39:11
  • 39:11 - 39:16
  • 39:19 - 39:21
  • 39:24 - 39:28
  • 39:28 - 39:32
  • 39:32 - 39:36
  • 39:36 - 39:43
  • 39:43 - 39:45
  • 39:45 - 39:52
  • 39:55 - 39:59
  • 39:59 - 40:03
  • 40:22 - 40:26
  • 40:42 - 40:44
  • 40:44 - 40:49
  • 40:49 - 40:55
  • 40:55 - 40:59
  • 40:59 - 41:04
  • 41:04 - 41:09
  • 41:09 - 41:13
  • 41:13 - 41:16
  • 41:16 - 41:19
  • 41:19 - 41:22
  • 41:22 - 41:28
  • 41:28 - 41:33
  • 41:48 - 41:52
  • 41:52 - 41:55
  • 41:55 - 41:58
Title:
Je eigen hart wordt de geliefde
Video Language:
English
Duration:
42:03

Dutch subtitles

Revisions Compare revisions