-
-
Een van de fundamenteelste ideeën in de Natuurkunde
-
is het concept "arbeid".
-
Wanneer je voor het eerst over arbeid leert, zeg je, oh, dat is
-
gewoon kracht vermenigvuldigd met afstand.
-
Maar later, wanneer je begint te leren over
-
vectoren, leer je dat de kracht niet altijd in dezelfde
-
richting gaat als de verplaatsing.
-
Dus leer je dat arbeid eigenlijk de grootte is, laat ik
-
het even opschrijven, de grootte van de kracht in de richting van de verplaatsing
-
of de component van de kracht in de richting
-
van de verplaatsing
-
Verplaatsing is gewoon een afstand in een zekere richting.
-
-
vermenigvuldigd met de grootte van de verplaatsing, of je zou kunnen zeggen:
-
vermenigvuldigd met de overbrugde afstand.
-
-
Hét klassieke voorbeeld.
-
Misschien is er een ijsblokje, of een ander type blok.
-
Ik neem hier een ijsblokje omdat dat weinig wrijving ondervindt.
-
Misschien staat het op een groot ijsmeer of zoiets.
-
En misschien ben jij aan dat ijsblokje aan het trekken onder een bepaalde hoek.
-
Stel bijvoorbeeld, dat je er zo onder een hoek aan trekt.
-
Dit hier is de kracht.
-
Laat ons stellen dat de kracht gelijk is aan — wel, dat dat
-
de krachtvector is.
-
Laat ons zeggen dat de grootte van mijn krachtvector
-
10 Newton is.
-
En laat ons zeggen dat de richting van mijn krachtvector, want
-
elke vector moet een grootte en een richting hebben, en de
-
richting, laat ons stellen dat hij een hoek van 30° heeft, nemen we hoek
-
van 60° met de horizontaal.
-
Dat is dus de richting waarin ik aan het trekken ben.
-
En veronderstel dat ik het blokje verplaats.
-
Dit is allemaal herhaling, hoop ik.
-
Als je het verplaatst, stel dat je het 5 newton verplaatst.
-
Stel dus dat de verplaatsing, dat is de verplaatsingsvector
-
hier, en de grootte ervan 5 meter is.
-
Je hebt dus uit de definitie van arbeid geleerd dat je niet gewoon
-
kan zeggen, oh, ik trek eraan met een kracht van 10 newton en
-
ik verplaats het 5 meter.
-
Je kan de 10 newton niet zomaar vermenigvuldigen met de 5 meter.
-
Je moet de grootte van de component van de kracht vinden die in
-
dezelfde richting gaat als de verplaatsing.
-
Wat ik dus eigenlijk moet doen is, de lengte, als je
-
de lengte van de vector 10 veronderstelt, dat is de
-
totale kracht, maar je moet de lengte van de vector
-
zien te achterhalen die de component van de kracht is die in dezelfde
-
richting gaat als de verplaatsing.
-
En een beetje simpele goniometrie leert dat
-
dit 10 keer de cosinus van 60° is, of dat is gelijk aan,
-
de cosinus van 60° is ½, dus dat is gewoon 5.
-
Deze grootte, de grootte van de kracht die in
-
dezelfde richting gaat als de verplaatsing is, in dit
-
geval, 5 newton.
-
-
En dan kan je de arbeid berekenen.
-
Je zou kunnen zeggen dat de arbeid gelijk is aan 5 newton maal, ik ga
-
gewoon een punt schrijven voor maal,
-
Ik wil niet dat je denkt dat het hier om een uitwendig product gaat,
-
maal 5 meter, wat 25 newtonmeter is, of je zou
-
zelfs kunnen zeggen dat er 25 joule arbeid is verricht.
-
En dit alles is min of meer een herhaling van wat basisnatuurkunde.
-
Maar denk na over wat er hier is gebeurd.
-
Wat was de arbeid?
-
Als ik het abstract opschrijf.
-
De arbeid is gelijk aan de 5 newton,
-
dat was de grootte van de krachtvector, dus is het de
-
grootte van mijn krachtvector maal de cosinus van deze hoek.
-
Zodat je het weet, laten we die hoek theta noemen.
-
Stellen we het iets algemener.
-
Dus maal de cosinus van de hoek.
-
Dit is de hoeveelheid kracht in de richting van de
-
verplaatsing, de cosinus van de hoek ertussen, maal de
-
grootte van de verplaatsing.
-
Dus vermenigvuldigd met de verplaatsing.
-
Of als ik dat zou willen herschrijven, zou ik dat gewoon kunnen herschrijven als de
-
grootte van de verplaatsing maal de grootte van
-
de kracht maal de cosinus van theta.
-
En ik heb hierover verschillende videos opgenomen, in de lineaire algebra
-
afspeellijst, in de natuurkunde afspeellijst, waar ik spreek over
-
het inproduct en het uitwendig product en al die dingen, maar
-
dit is het inwendig product van de vectoren d en f.
-
Algemeen geldt dat je, als je probeert de arbeid te vinden voor een constante
-
verplaatsing, en je hebt een constante kracht, je gewoon het
-
inwendig product neemt van die twee vectoren.
-
En als je het inproduct een concept is dat je helemaal niet begrijpt,
-
moet je misschien eens kijken, ik denk dat ik er meerdere heb gemaakt, 4
-
of 5 video's over het inproduct, en de intuïtie erachter.
-
-
Maar om je hier en nu een beetje van die intuïtie te geven,
-
het inproduct, wanneer ik f dot d, of d dot f doe,
-
dan geeft mij dat, ik vermenigvuldig de grootte, wel
-
ik zou dit gewoon kunnen voorlezen.
-
Maar het idee van het inwendig product is: neem zoveel van deze
-
vector als dat er in dezelfde richting gaat als deze vector,
-
in dit geval zoveel,
-
en vermenigvuldig de twee groottes.
-
En dat is wat we hier hebben gedaan.
-
De arbeid zal dus het inwendig product zijn van de de krachtvector
-
en de verplaatsingsvector,
-
en dit is natuurlijk een scalaire grootheid.
-
En in de toekomst zullen we wat voorbeelden uitwerken waar
-
je duidelijk zal zien dat dit klopt.
-
Dus dit alles is een herhaling van redelijk elementaire natuurkunde.
-
Laat ons nu een iets complexer voorbeeld nemen, maar het is
-
een volstrekt analoge gedachtengang.
-
Laten we een vectorveld definiëren.
-
-
Laat ons stellen dat ik een vectorveld f heb, en we gaan
-
zo meteen nadenken over wat dit betekent.
-
Het is een functie van x en y, en het is gelijk aan een zekere scalaire
-
functie van x en y vermenigvuldigd met de i-eenheidsvector, of de
-
horizontale eenheidsvector, plus een andere functie, scalaire
-
functie van x en y, vermenigvuldigd met de verticale eenheidsvector.
-
Dus wat zou zoiets zijn?
-
Dit is een vectorveld.
-
Dit is een vectorveld in een 2-dimensionale ruimte.
-
We zijn op het x-y-vlak.
-
-
Of je zou zelfs kunnen zeggen, op R².
-
In ieder geval, ik wil niet te diep ingaan op het
-
wiskundige aspect ervan.
-
Maar wat doet dit?
-
Wel, als ik hier mijn x-y-vlak zou tekenen, dus dat is mijn, nogmaals,
-
ik heb moeite met een rechte lijn te tekenen.
-
Oke, hier gaan we.
-
Dat is mijn y-as, en dat is mijn x-as.
-
Ik teken enkel het eerste kwadrant, maar je zou
-
ook de overige negatieve stukken kunnen tekenen als je dat zou willen.
-
Wat doet dit ding?
-
Well, het zegt hoofdzakelijk, kijk,
-
jij geeft mij eender welke x-waarde en y-waarde, eender welke x,y in het x-y-vlak,
-
en dit zullen getallen zijn, toch?
-
Als je x en y hier invult, zal je een zekere waarde krijgen, wanneer
-
je x en y hier invult, zal je een zekere waarde krijgen.
-
Dus je zal een zekere combinatie krijgen van de i-
-
en j- eenheidsvectoren.
-
Dus je gaat een bepaalde vector krijgen.
-
En wat dit doet, is dat het voor elk punt in het x-y-vlak
-
een vector definieert (het associeert een vector met elk punt).
-
Je zou dus kunnen stellen dat, als ik een punt neem op het x-y-vlak,
-
en ik zou dat hierin invoeren, dat ik iets zal krijgen maal i plus
-
iets maal j, en als je die twee optelt, krijg je misschien een
-
vector die er ongeveer zo uitziet.
-
En dat zou je bij elk punt kunnen doen.
-
Ik neem gewoon willekeurige voorbeelden.
-
Misschien dat de vector er op deze plaats
-
ongeveer zo uitziet.
-
Misschien dat hij er hier zo uitziet.
-
Misschien dat hij er hier zo uitziet.
-
En misschien dat hij hierboven zo gaat.
-
Ik kies gewoon willekeurig punten.
-
Het definieert een vector op alle x,y coördinaten waar
-
deze scalaire functies goed gedefinieerd zijn.
-
En daarom noemen we het een vectorveld.
-
Het definieert wat een potentiële, misschien, kracht zou zijn,
-
of een ander type kracht, op eender welk punt.
-
Op elk punt, als er daar iets is.
-
Misschien is dat wat de functie is.
-
En ik zou dit eeuwig kunnen blijven doen, en
-
alle gaten opvullen.
-
Maar ik denk dat je begrijpt wat er hier gebeurt.
-
Het associeert een vector met elk punt op het x-y vlak.
-
Nu, dit wordt een vectorveld genoemd, dus is het waarschijnlijk
-
logisch dat dit kan gebruikt worden om eender welk
-
type veld te beschrijven.
-
Het zou over een gravitatieveld kunnen gaan.
-
Het zou over een elektrisch veld kunnen gaan, of een magnetisch veld.
-
En het zou dus kunnen zeggen hoeveel kracht
-
er op een deeltje deeltje in dat veld zou werken.
-
Dat is precies wat dit zou beschrijven.
-
Nu, laat ons stellen dat er in dit veld een deeltje is
-
dat beweegt in het x-y vlak.
-
Stel dat het hier vertrekt, en dat het via deze gekke
-
krachten die erop inwerken, en misschien staat het op een soort van rails
-
of zoiets, zodat het niet altijd precies in de richting beweegt waarin
-
het veld het probeert te bewegen.
-
Stel dat het zich verplaatst over dit pad.
-
En laat ons ook stellen dat dit pad, of deze kromme, gedefinieerd is door
-
een positievector functie.
-
Stel dat deze gedefinieerd is door r van t, wat gewoon
-
x van t maal i plus y van t maal onze eenheidsvector j is.
-
Dit hier is r van t.
-
Wel, opdat dit een eindig pad zou zijn, is dit waar
-
voor t is groter dan of gelijk aan a, en kleiner dan
-
of gelijk aan b.
-
Dit is het pad dat het deeltje toevallig
-
volgt, door al deze gekke krachten.
-
Dus als het deeltje hier is, is het vectorveld er misschien
-
op aan het inwerken, misschien zet het op deze manier een kracht.
-
Maar aangezien het ding op gekke rails staat, beweegt het
-
in deze richting.
-
En dan, wanneer het hier is, is het vectorveld misschien zo,
-
maar beweegt het in die richting, omdat het op een
-
soort van rails staat.
-
Nu, alles wat ik in deze video heb gedaan is een opbouw
-
naar een fundamentele vraag.
-
Hoeveel arbeid heeft het veld verricht op het deeltje?
-
-
Om die vraag te beantwoorden, zouden we een beetje kunnen inzoomen.
-
Ik ga inzoomen op een klein
-
stukje van ons pad.
-
En laten we eens proberen te achterhalen hoeveel arbeid er wordt verricht in een heel
-
klein stukje van ons pad, omdat het voortdurend aan het veranderen is.
-
Het veld verandert van richting.
-
Mijn object verandert van richting.
-
Stel dus dat wanneer ik daar ben, en stel dat ik een klein
-
stukje beweeg op het pad.
-
Stel dat ik beweeg, dan is dit een infinitesimaal
-
kleine dr. Toch?
-
Ik heb een differentiaal, het is een differentiaal-vector, een oneindig
-
kleine verplaatsing.
-
Stel nu dat het vectorveld over dit pad
-
inwerkt in dit lokaal gebied, stel dat het er
-
ongeveer zo uitziet.
-
Het zet een kracht die er ongeveer zo uitziet.
-
Dat is dus het vectorveld op die plaats, of de kracht
-
die inwerkt op het deeltje, precies wanneer het op dit punt is.
-
Toch?
-
Het is een infinitesimaal klein stukje tijd in de ruimte.
-
Je zou kunnen zeggen, ok, in dit smalle, kleine puntje, hebben we
-
een constante kracht.
-
Hoeveel arbeid is er over deze kleine periode verricht?
-
Je zou kunnen zeggen, wat is het kleine interval van arbeid?
-
Je zou kunnen zeggen d-arbeid, een differentiaal aan arbeid.
-
Wel, op basis van precies dezelfde logica die we hebben gebruikt bij het simpele probleem,
-
het is de grootte van de kracht in de richting van
-
onze verplaatsing maal de grootte van onze verplaatsing.
-
En we weten wat dat is, gewoon uit dit voorbeeld hierboven.
-
Dat is het inwendig product (dotproduct).
-
Het is het inwendig product van de kracht en onze superkleine
-
verplaatsing.
-
Dus dat is gelijk aan het inwendig product van onze kracht en onze
-
superkleine verplaatsing.
-
Nu, door dit te doen, achterhalen we de arbeid die
-
verricht is over een super-, superkleine dr. Maar
-
wat we eigenlijk willen doen, is ze allemaal optellen.
-
We willen alle dr's optellen om het totaal te achterhalen,
-
alle inwendige producten van alle f's en dr's om de totale arbeid te achterhalen.
-
En daar komt de integraal om de hoek kijken.
-
We zullen een lijnintergraal doen over — ik bedoel, je zou er op
-
twee manieren over kunnen nadenken.
-
Je zou daar gewoon het inwendig product van d en w kunnen schrijven, maar we zouden kunnen zeggen, we doen
-
een lijnintegraal langs de kromme c, we kunnen het c noemen
-
of langs r, noem het hoe je wil, van dw.
-
Dat zal onze de totale arbeid geven.
-
Stel dus, arbeid is gelijk aan dat.
-
Of we kunnen het ook schrijven over de integraal, over dezelfde
-
kromme van f van f dot dr.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-