< Return to Video

Line Integrals and Vector Fields

  • 0:00 - 0:00
  • 0:00 - 0:03
    Een van de fundamenteelste ideeën in de Natuurkunde
  • 0:03 - 0:05
    is het concept "arbeid".
  • 0:05 - 0:08
    Wanneer je voor het eerst over arbeid leert, zeg je, oh, dat is
  • 0:08 - 0:10
    gewoon kracht vermenigvuldigd met afstand.
  • 0:10 - 0:12
    Maar later, wanneer je begint te leren over
  • 0:12 - 0:15
    vectoren, leer je dat de kracht niet altijd in dezelfde
  • 0:15 - 0:18
    richting gaat als de verplaatsing.
  • 0:18 - 0:21
    Dus leer je dat arbeid eigenlijk de grootte is, laat ik
  • 0:21 - 0:33
    het even opschrijven, de grootte van de kracht in de richting van de verplaatsing
  • 0:33 - 0:39
    of de component van de kracht in de richting
  • 0:39 - 0:42
    van de verplaatsing
  • 0:42 - 0:44
    Verplaatsing is gewoon een afstand in een zekere richting.
  • 0:44 - 0:50
  • 0:50 - 0:55
    vermenigvuldigd met de grootte van de verplaatsing, of je zou kunnen zeggen:
  • 0:55 - 0:57
    vermenigvuldigd met de overbrugde afstand.
  • 0:57 - 1:01
  • 1:01 - 1:02
    Hét klassieke voorbeeld.
  • 1:02 - 1:06
    Misschien is er een ijsblokje, of een ander type blok.
  • 1:06 - 1:09
    Ik neem hier een ijsblokje omdat dat weinig wrijving ondervindt.
  • 1:09 - 1:13
    Misschien staat het op een groot ijsmeer of zoiets.
  • 1:13 - 1:15
    En misschien ben jij aan dat ijsblokje aan het trekken onder een bepaalde hoek.
  • 1:15 - 1:18
    Stel bijvoorbeeld, dat je er zo onder een hoek aan trekt.
  • 1:18 - 1:21
    Dit hier is de kracht.
  • 1:21 - 1:24
    Laat ons stellen dat de kracht gelijk is aan — wel, dat dat
  • 1:24 - 1:25
    de krachtvector is.
  • 1:25 - 1:34
    Laat ons zeggen dat de grootte van mijn krachtvector
  • 1:34 - 1:35
    10 Newton is.
  • 1:35 - 1:38
    En laat ons zeggen dat de richting van mijn krachtvector, want
  • 1:38 - 1:41
    elke vector moet een grootte en een richting hebben, en de
  • 1:41 - 1:45
    richting, laat ons stellen dat hij een hoek van 30° heeft, nemen we hoek
  • 1:45 - 1:48
    van 60° met de horizontaal.
  • 1:48 - 1:50
    Dat is dus de richting waarin ik aan het trekken ben.
  • 1:50 - 1:53
    En veronderstel dat ik het blokje verplaats.
  • 1:53 - 1:56
    Dit is allemaal herhaling, hoop ik.
  • 1:56 - 1:59
    Als je het verplaatst, stel dat je het 5 newton verplaatst.
  • 1:59 - 2:03
    Stel dus dat de verplaatsing, dat is de verplaatsingsvector
  • 2:03 - 2:10
    hier, en de grootte ervan 5 meter is.
  • 2:10 - 2:13
    Je hebt dus uit de definitie van arbeid geleerd dat je niet gewoon
  • 2:13 - 2:17
    kan zeggen, oh, ik trek eraan met een kracht van 10 newton en
  • 2:17 - 2:18
    ik verplaats het 5 meter.
  • 2:18 - 2:23
    Je kan de 10 newton niet zomaar vermenigvuldigen met de 5 meter.
  • 2:23 - 2:26
    Je moet de grootte van de component van de kracht vinden die in
  • 2:26 - 2:29
    dezelfde richting gaat als de verplaatsing.
  • 2:29 - 2:32
    Wat ik dus eigenlijk moet doen is, de lengte, als je
  • 2:32 - 2:35
    de lengte van de vector 10 veronderstelt, dat is de
  • 2:35 - 2:38
    totale kracht, maar je moet de lengte van de vector
  • 2:38 - 2:41
    zien te achterhalen die de component van de kracht is die in dezelfde
  • 2:41 - 2:43
    richting gaat als de verplaatsing.
  • 2:43 - 2:46
    En een beetje simpele goniometrie leert dat
  • 2:46 - 2:53
    dit 10 keer de cosinus van 60° is, of dat is gelijk aan,
  • 2:53 - 2:58
    de cosinus van 60° is ½, dus dat is gewoon 5.
  • 2:58 - 3:00
    Deze grootte, de grootte van de kracht die in
  • 3:00 - 3:02
    dezelfde richting gaat als de verplaatsing is, in dit
  • 3:02 - 3:05
    geval, 5 newton.
  • 3:05 - 3:08
  • 3:08 - 3:10
    En dan kan je de arbeid berekenen.
  • 3:10 - 3:20
    Je zou kunnen zeggen dat de arbeid gelijk is aan 5 newton maal, ik ga
  • 3:20 - 3:21
    gewoon een punt schrijven voor maal,
  • 3:21 - 3:22
    Ik wil niet dat je denkt dat het hier om een uitwendig product gaat,
  • 3:22 - 3:27
    maal 5 meter, wat 25 newtonmeter is, of je zou
  • 3:27 - 3:31
    zelfs kunnen zeggen dat er 25 joule arbeid is verricht.
  • 3:31 - 3:35
    En dit alles is min of meer een herhaling van wat basisnatuurkunde.
  • 3:35 - 3:37
    Maar denk na over wat er hier is gebeurd.
  • 3:37 - 3:37
    Wat was de arbeid?
  • 3:37 - 3:39
    Als ik het abstract opschrijf.
  • 3:39 - 3:43
    De arbeid is gelijk aan de 5 newton,
  • 3:43 - 3:47
    dat was de grootte van de krachtvector, dus is het de
  • 3:47 - 3:53
    grootte van mijn krachtvector maal de cosinus van deze hoek.
  • 3:53 - 3:54
    Zodat je het weet, laten we die hoek theta noemen.
  • 3:54 - 3:55
    Stellen we het iets algemener.
  • 3:55 - 3:58
    Dus maal de cosinus van de hoek.
  • 3:58 - 4:02
    Dit is de hoeveelheid kracht in de richting van de
  • 4:02 - 4:05
    verplaatsing, de cosinus van de hoek ertussen, maal de
  • 4:05 - 4:07
    grootte van de verplaatsing.
  • 4:07 - 4:12
    Dus vermenigvuldigd met de verplaatsing.
  • 4:12 - 4:16
    Of als ik dat zou willen herschrijven, zou ik dat gewoon kunnen herschrijven als de
  • 4:16 - 4:19
    grootte van de verplaatsing maal de grootte van
  • 4:19 - 4:23
    de kracht maal de cosinus van theta.
  • 4:23 - 4:27
    En ik heb hierover verschillende videos opgenomen, in de lineaire algebra
  • 4:27 - 4:29
    afspeellijst, in de natuurkunde afspeellijst, waar ik spreek over
  • 4:29 - 4:32
    het inproduct en het uitwendig product en al die dingen, maar
  • 4:32 - 4:40
    dit is het inwendig product van de vectoren d en f.
  • 4:40 - 4:44
    Algemeen geldt dat je, als je probeert de arbeid te vinden voor een constante
  • 4:44 - 4:47
    verplaatsing, en je hebt een constante kracht, je gewoon het
  • 4:47 - 4:49
    inwendig product neemt van die twee vectoren.
  • 4:49 - 4:51
    En als je het inproduct een concept is dat je helemaal niet begrijpt,
  • 4:51 - 4:54
    moet je misschien eens kijken, ik denk dat ik er meerdere heb gemaakt, 4
  • 4:54 - 4:56
    of 5 video's over het inproduct, en de intuïtie erachter.
  • 4:56 - 4:57
  • 4:57 - 4:59
    Maar om je hier en nu een beetje van die intuïtie te geven,
  • 4:59 - 5:04
    het inproduct, wanneer ik f dot d, of d dot f doe,
  • 5:04 - 5:08
    dan geeft mij dat, ik vermenigvuldig de grootte, wel
  • 5:08 - 5:10
    ik zou dit gewoon kunnen voorlezen.
  • 5:10 - 5:14
    Maar het idee van het inwendig product is: neem zoveel van deze
  • 5:14 - 5:17
    vector als dat er in dezelfde richting gaat als deze vector,
  • 5:17 - 5:18
    in dit geval zoveel,
  • 5:18 - 5:21
    en vermenigvuldig de twee groottes.
  • 5:21 - 5:22
    En dat is wat we hier hebben gedaan.
  • 5:22 - 5:26
    De arbeid zal dus het inwendig product zijn van de de krachtvector
  • 5:26 - 5:29
    en de verplaatsingsvector,
  • 5:29 - 5:31
    en dit is natuurlijk een scalaire grootheid.
  • 5:31 - 5:33
    En in de toekomst zullen we wat voorbeelden uitwerken waar
  • 5:33 - 5:34
    je duidelijk zal zien dat dit klopt.
  • 5:34 - 5:39
    Dus dit alles is een herhaling van redelijk elementaire natuurkunde.
  • 5:39 - 5:42
    Laat ons nu een iets complexer voorbeeld nemen, maar het is
  • 5:42 - 5:44
    een volstrekt analoge gedachtengang.
  • 5:44 - 5:46
    Laten we een vectorveld definiëren.
  • 5:46 - 5:49
  • 5:49 - 5:51
    Laat ons stellen dat ik een vectorveld f heb, en we gaan
  • 5:51 - 5:54
    zo meteen nadenken over wat dit betekent.
  • 5:54 - 5:59
    Het is een functie van x en y, en het is gelijk aan een zekere scalaire
  • 5:59 - 6:04
    functie van x en y vermenigvuldigd met de i-eenheidsvector, of de
  • 6:04 - 6:09
    horizontale eenheidsvector, plus een andere functie, scalaire
  • 6:09 - 6:14
    functie van x en y, vermenigvuldigd met de verticale eenheidsvector.
  • 6:14 - 6:16
    Dus wat zou zoiets zijn?
  • 6:16 - 6:17
    Dit is een vectorveld.
  • 6:17 - 6:20
    Dit is een vectorveld in een 2-dimensionale ruimte.
  • 6:20 - 6:21
    We zijn op het x-y-vlak.
  • 6:21 - 6:31
  • 6:31 - 6:36
    Of je zou zelfs kunnen zeggen, op R².
  • 6:36 - 6:38
    In ieder geval, ik wil niet te diep ingaan op het
  • 6:38 - 6:39
    wiskundige aspect ervan.
  • 6:39 - 6:41
    Maar wat doet dit?
  • 6:41 - 6:47
    Wel, als ik hier mijn x-y-vlak zou tekenen, dus dat is mijn, nogmaals,
  • 6:47 - 6:49
    ik heb moeite met een rechte lijn te tekenen.
  • 6:49 - 6:51
    Oke, hier gaan we.
  • 6:51 - 6:54
    Dat is mijn y-as, en dat is mijn x-as.
  • 6:54 - 6:56
    Ik teken enkel het eerste kwadrant, maar je zou
  • 6:56 - 6:59
    ook de overige negatieve stukken kunnen tekenen als je dat zou willen.
  • 6:59 - 7:01
    Wat doet dit ding?
  • 7:01 - 7:02
    Well, het zegt hoofdzakelijk, kijk,
  • 7:02 - 7:07
    jij geeft mij eender welke x-waarde en y-waarde, eender welke x,y in het x-y-vlak,
  • 7:07 - 7:10
    en dit zullen getallen zijn, toch?
  • 7:10 - 7:13
    Als je x en y hier invult, zal je een zekere waarde krijgen, wanneer
  • 7:13 - 7:14
    je x en y hier invult, zal je een zekere waarde krijgen.
  • 7:14 - 7:17
    Dus je zal een zekere combinatie krijgen van de i-
  • 7:17 - 7:18
    en j- eenheidsvectoren.
  • 7:18 - 7:20
    Dus je gaat een bepaalde vector krijgen.
  • 7:20 - 7:23
    En wat dit doet, is dat het voor elk punt in het x-y-vlak
  • 7:23 - 7:25
    een vector definieert (het associeert een vector met elk punt).
  • 7:25 - 7:29
    Je zou dus kunnen stellen dat, als ik een punt neem op het x-y-vlak,
  • 7:29 - 7:32
    en ik zou dat hierin invoeren, dat ik iets zal krijgen maal i plus
  • 7:32 - 7:35
    iets maal j, en als je die twee optelt, krijg je misschien een
  • 7:35 - 7:37
    vector die er ongeveer zo uitziet.
  • 7:37 - 7:38
    En dat zou je bij elk punt kunnen doen.
  • 7:38 - 7:39
    Ik neem gewoon willekeurige voorbeelden.
  • 7:39 - 7:41
    Misschien dat de vector er op deze plaats
  • 7:41 - 7:42
    ongeveer zo uitziet.
  • 7:42 - 7:45
    Misschien dat hij er hier zo uitziet.
  • 7:45 - 7:48
    Misschien dat hij er hier zo uitziet.
  • 7:48 - 7:50
    En misschien dat hij hierboven zo gaat.
  • 7:50 - 7:52
    Ik kies gewoon willekeurig punten.
  • 7:52 - 7:57
    Het definieert een vector op alle x,y coördinaten waar
  • 7:57 - 8:01
    deze scalaire functies goed gedefinieerd zijn.
  • 8:01 - 8:02
    En daarom noemen we het een vectorveld.
  • 8:02 - 8:07
    Het definieert wat een potentiële, misschien, kracht zou zijn,
  • 8:07 - 8:11
    of een ander type kracht, op eender welk punt.
  • 8:11 - 8:14
    Op elk punt, als er daar iets is.
  • 8:14 - 8:16
    Misschien is dat wat de functie is.
  • 8:16 - 8:18
    En ik zou dit eeuwig kunnen blijven doen, en
  • 8:18 - 8:19
    alle gaten opvullen.
  • 8:19 - 8:20
    Maar ik denk dat je begrijpt wat er hier gebeurt.
  • 8:20 - 8:25
    Het associeert een vector met elk punt op het x-y vlak.
  • 8:25 - 8:29
    Nu, dit wordt een vectorveld genoemd, dus is het waarschijnlijk
  • 8:29 - 8:31
    logisch dat dit kan gebruikt worden om eender welk
  • 8:31 - 8:32
    type veld te beschrijven.
  • 8:32 - 8:33
    Het zou over een gravitatieveld kunnen gaan.
  • 8:33 - 8:37
    Het zou over een elektrisch veld kunnen gaan, of een magnetisch veld.
  • 8:37 - 8:40
    En het zou dus kunnen zeggen hoeveel kracht
  • 8:40 - 8:43
    er op een deeltje deeltje in dat veld zou werken.
  • 8:43 - 8:45
    Dat is precies wat dit zou beschrijven.
  • 8:45 - 8:49
    Nu, laat ons stellen dat er in dit veld een deeltje is
  • 8:49 - 8:52
    dat beweegt in het x-y vlak.
  • 8:52 - 8:59
    Stel dat het hier vertrekt, en dat het via deze gekke
  • 8:59 - 9:04
    krachten die erop inwerken, en misschien staat het op een soort van rails
  • 9:04 - 9:07
    of zoiets, zodat het niet altijd precies in de richting beweegt waarin
  • 9:07 - 9:09
    het veld het probeert te bewegen.
  • 9:09 - 9:14
    Stel dat het zich verplaatst over dit pad.
  • 9:14 - 9:18
    En laat ons ook stellen dat dit pad, of deze kromme, gedefinieerd is door
  • 9:18 - 9:22
    een positievector functie.
  • 9:22 - 9:25
    Stel dat deze gedefinieerd is door r van t, wat gewoon
  • 9:25 - 9:34
    x van t maal i plus y van t maal onze eenheidsvector j is.
  • 9:34 - 9:35
    Dit hier is r van t.
  • 9:35 - 9:38
    Wel, opdat dit een eindig pad zou zijn, is dit waar
  • 9:38 - 9:42
    voor t is groter dan of gelijk aan a, en kleiner dan
  • 9:42 - 9:46
    of gelijk aan b.
  • 9:46 - 9:48
    Dit is het pad dat het deeltje toevallig
  • 9:48 - 9:50
    volgt, door al deze gekke krachten.
  • 9:50 - 9:54
    Dus als het deeltje hier is, is het vectorveld er misschien
  • 9:54 - 9:57
    op aan het inwerken, misschien zet het op deze manier een kracht.
  • 9:57 - 10:00
    Maar aangezien het ding op gekke rails staat, beweegt het
  • 10:00 - 10:00
    in deze richting.
  • 10:00 - 10:04
    En dan, wanneer het hier is, is het vectorveld misschien zo,
  • 10:04 - 10:06
    maar beweegt het in die richting, omdat het op een
  • 10:06 - 10:07
    soort van rails staat.
  • 10:07 - 10:10
    Nu, alles wat ik in deze video heb gedaan is een opbouw
  • 10:10 - 10:11
    naar een fundamentele vraag.
  • 10:11 - 10:14
    Hoeveel arbeid heeft het veld verricht op het deeltje?
  • 10:14 - 10:25
  • 10:25 - 10:29
    Om die vraag te beantwoorden, zouden we een beetje kunnen inzoomen.
  • 10:29 - 10:31
    Ik ga inzoomen op een klein
  • 10:31 - 10:35
    stukje van ons pad.
  • 10:35 - 10:38
    En laten we eens proberen te achterhalen hoeveel arbeid er wordt verricht in een heel
  • 10:38 - 10:40
    klein stukje van ons pad, omdat het voortdurend aan het veranderen is.
  • 10:40 - 10:42
    Het veld verandert van richting.
  • 10:42 - 10:44
    Mijn object verandert van richting.
  • 10:44 - 10:48
    Stel dus dat wanneer ik daar ben, en stel dat ik een klein
  • 10:48 - 10:50
    stukje beweeg op het pad.
  • 10:50 - 10:56
    Stel dat ik beweeg, dan is dit een infinitesimaal
  • 10:56 - 10:58
    kleine dr. Toch?
  • 10:58 - 11:01
    Ik heb een differentiaal, het is een differentiaal-vector, een oneindig
  • 11:01 - 11:03
    kleine verplaatsing.
  • 11:03 - 11:07
    Stel nu dat het vectorveld over dit pad
  • 11:07 - 11:09
    inwerkt in dit lokaal gebied, stel dat het er
  • 11:09 - 11:10
    ongeveer zo uitziet.
  • 11:10 - 11:13
    Het zet een kracht die er ongeveer zo uitziet.
  • 11:13 - 11:17
    Dat is dus het vectorveld op die plaats, of de kracht
  • 11:17 - 11:19
    die inwerkt op het deeltje, precies wanneer het op dit punt is.
  • 11:19 - 11:19
    Toch?
  • 11:19 - 11:22
    Het is een infinitesimaal klein stukje tijd in de ruimte.
  • 11:22 - 11:24
    Je zou kunnen zeggen, ok, in dit smalle, kleine puntje, hebben we
  • 11:24 - 11:27
    een constante kracht.
  • 11:27 - 11:30
    Hoeveel arbeid is er over deze kleine periode verricht?
  • 11:30 - 11:32
    Je zou kunnen zeggen, wat is het kleine interval van arbeid?
  • 11:32 - 11:36
    Je zou kunnen zeggen d-arbeid, een differentiaal aan arbeid.
  • 11:36 - 11:39
    Wel, op basis van precies dezelfde logica die we hebben gebruikt bij het simpele probleem,
  • 11:39 - 11:44
    het is de grootte van de kracht in de richting van
  • 11:44 - 11:49
    onze verplaatsing maal de grootte van onze verplaatsing.
  • 11:49 - 11:53
    En we weten wat dat is, gewoon uit dit voorbeeld hierboven.
  • 11:53 - 11:55
    Dat is het inwendig product (dotproduct).
  • 11:55 - 11:58
    Het is het inwendig product van de kracht en onze superkleine
  • 11:58 - 11:59
    verplaatsing.
  • 11:59 - 12:08
    Dus dat is gelijk aan het inwendig product van onze kracht en onze
  • 12:08 - 12:10
    superkleine verplaatsing.
  • 12:10 - 12:13
    Nu, door dit te doen, achterhalen we de arbeid die
  • 12:13 - 12:16
    verricht is over een super-, superkleine dr. Maar
  • 12:16 - 12:19
    wat we eigenlijk willen doen, is ze allemaal optellen.
  • 12:19 - 12:22
    We willen alle dr's optellen om het totaal te achterhalen,
  • 12:22 - 12:25
    alle inwendige producten van alle f's en dr's om de totale arbeid te achterhalen.
  • 12:25 - 12:28
    En daar komt de integraal om de hoek kijken.
  • 12:28 - 12:33
    We zullen een lijnintergraal doen over — ik bedoel, je zou er op
  • 12:33 - 12:34
    twee manieren over kunnen nadenken.
  • 12:34 - 12:37
    Je zou daar gewoon het inwendig product van d en w kunnen schrijven, maar we zouden kunnen zeggen, we doen
  • 12:37 - 12:43
    een lijnintegraal langs de kromme c, we kunnen het c noemen
  • 12:43 - 12:46
    of langs r, noem het hoe je wil, van dw.
  • 12:46 - 12:48
    Dat zal onze de totale arbeid geven.
  • 12:48 - 12:50
    Stel dus, arbeid is gelijk aan dat.
  • 12:50 - 12:54
    Of we kunnen het ook schrijven over de integraal, over dezelfde
  • 12:54 - 13:00
    kromme van f van f dot dr.
  • 13:00 - 13:04
  • 13:04 - 13:05
  • 13:05 - 13:09
  • 13:09 - 13:13
  • 13:13 - 13:14
  • 13:14 - 13:16
  • 13:16 - 13:20
  • 13:20 - 13:21
  • 13:21 - 13:23
  • 13:23 - 13:26
  • 13:26 - 13:36
  • 13:36 - 13:39
  • 13:39 - 13:45
  • 13:45 - 13:49
  • 13:49 - 13:52
  • 13:52 - 13:53
  • 13:53 - 13:58
  • 13:58 - 14:05
  • 14:05 - 14:07
  • 14:07 - 14:09
  • 14:09 - 14:12
  • 14:12 - 14:16
  • 14:16 - 14:17
  • 14:17 - 14:20
  • 14:20 - 14:21
  • 14:21 - 14:23
  • 14:23 - 14:27
  • 14:27 - 14:31
  • 14:31 - 14:34
  • 14:34 - 14:38
  • 14:38 - 14:41
  • 14:41 - 14:44
  • 14:44 - 14:47
  • 14:47 - 14:48
  • 14:48 - 14:52
  • 14:52 - 14:55
  • 14:55 - 14:58
  • 14:58 - 15:00
  • 15:00 - 15:02
  • 15:02 - 15:04
  • 15:04 - 15:07
  • 15:07 - 15:11
  • 15:11 - 15:15
  • 15:15 - 15:18
  • 15:18 - 15:20
  • 15:20 - 15:27
  • 15:27 - 15:31
  • 15:31 - 15:32
  • 15:32 - 15:34
  • 15:34 - 15:38
  • 15:38 - 15:39
  • 15:39 - 15:51
  • 15:51 - 15:52
  • 15:52 - 15:56
  • 15:56 - 15:58
  • 15:58 - 15:59
  • 15:59 - 16:10
  • 16:10 - 16:12
  • 16:12 - 16:16
  • 16:16 - 16:17
  • 16:17 - 16:17
  • 16:17 - 16:19
  • 16:19 - 16:23
  • 16:23 - 16:25
  • 16:25 - 16:27
  • 16:27 - 16:30
  • 16:30 - 16:32
  • 16:32 - 16:35
  • 16:35 - 16:38
  • 16:38 - 16:43
  • 16:43 - 16:46
  • 16:46 - 16:46
Title:
Line Integrals and Vector Fields
Description:

more » « less
Video Language:
English
Duration:
16:46

Dutch subtitles

Incomplete

Revisions