< Return to Video

Probability with Playing Cards and Venn Diagrams

  • 0:00 - 0:03
    Laten we wat kansberekening gaan doen met kaarten
  • 0:03 - 0:05
    We nemen aan
  • 0:05 - 0:07
    dan ons spel kaarten geen jokers heeft
  • 0:07 - 0:09
    We zouden het ook kunnen doen met jokers
  • 0:09 - 0:11
    en dan krijg je net wat andere getallen
  • 0:11 - 0:13
    Dus nu we dat hebben gezegd
  • 0:13 - 0:15
    Laten we bedenken
  • 0:15 - 0:18
    Hoeveel kaarten zitten er in een standaard kaartspel?
  • 0:18 - 0:21
    Er zijn vier kleuren.
  • 0:21 - 0:26
    En de kleuren zijn: Schoppen, ruiten, klaveren
  • 0:26 - 0:27
    en harten
  • 0:27 - 0:28
    Er zijn dus vier kleuren.
  • 0:28 - 0:31
    En in elke kleur zijn er dertien verschillende
  • 0:31 - 0:34
    kaarten, of waarden.
  • 0:34 - 0:44
    Dus elke kleur heeft dertien kaarten.
  • 0:44 - 0:47
    Je hebt de aas, en zijn zijn er de twee, drie
  • 0:47 - 0:52
    vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien
  • 0:52 - 0:56
    en dan nog de boer, vrouw en heer.
  • 0:56 - 0:58
    En dat zijn dertien kaarten.
  • 0:58 - 1:01
    Dus voor elke kleur heb je
  • 1:01 - 1:03
    al deze kaarten, en al deze kaarten zijn er in de vier kleuren.
  • 1:03 - 1:05
    Dus er is een ruitenboer, een klaverenboer,
  • 1:05 - 1:09
    een schoppenboer en een hartenboer
  • 1:09 - 1:10
    Je kunt deze getallen vermenigvuldigen
  • 1:10 - 1:13
    of je kunt een kaartspel pakken en de kaarten tellen
  • 1:13 - 1:14
    en als je jokers zou gebruiken tel je deze erbij op
  • 1:14 - 1:16
    maar als je vermenigvuldigt, heb je dus vier kleuren
  • 1:16 - 1:18
    en per kleur dertien kaarten
  • 1:18 - 1:21
    dus je hebt 4 maal 13 kaarten
  • 1:21 - 1:24
    oftewel 52 kaarten in een standaard kaartspel
  • 1:24 - 1:26
    Je zou ook kunnen zeggen er zijn dertien soorten kaarten
  • 1:26 - 1:28
    .
  • 1:28 - 1:30
    en elke soort kaart is er in vier kleuren
  • 1:30 - 1:33
    en 13 maal 4 kaarten is ook 52 kaarten.
  • 1:33 - 1:36
    Laten we nu denken over de waarschijnlijkheden
  • 1:36 - 1:37
    .
  • 1:37 - 1:39
    van verschillende gebeurtenissen. Als ik bijvoorbeeld het kaartspel schud
  • 1:39 - 1:40
    .
  • 1:40 - 1:43
    En vervolgend pak ik zomaar een kaart uit het spel
  • 1:43 - 1:47
    En ik wil weten wat de kans is dat ik
  • 1:47 - 1:50
    een boer pak.
  • 1:50 - 1:53
    Hoeveel gebeurtenissen met een gelijke waarschijnlijkheid zijn er?
  • 1:53 - 1:57
    Ik kan elke kaart uit de 52 kaarten pakken dus
  • 1:57 - 2:00
    er zijn 52 mogelijkheden
  • 2:00 - 2:04
    en hoeveel van die mogelijkheden zijn boeren?
  • 2:04 - 2:07
    Er is de schoppenboer, ruitenboer,
  • 2:07 - 2:10
    klaverenboer en hartenboer
  • 2:10 - 2:12
    dus er zijn vier boeren
  • 2:12 - 2:14
    in het kaartspel
  • 2:14 - 2:17
    dus het is 4 gedeeld door 52. Deze getallen zijn allebei deelbaar door vier
  • 2:17 - 2:19
    4 gedeeld door 4 is 1
  • 2:19 - 2:22
    52 gedeeld door vier is 13
  • 2:23 - 2:26
    Dus als we nu denken aan
  • 2:26 - 2:29
    kansen. Als we opnieuw zouden beginnen
  • 2:29 - 2:31
    Stop ik de kaart terug en schud het spel opnieuw
  • 2:31 - 2:34
    dus ik heb weer 52 kaarten
  • 2:34 - 2:37
    Wat is nu de kans dat ik een harten pak?
  • 2:37 - 2:40
    Wat is de kans dat als ik zomaar een kaart uit het spel pak
  • 2:40 - 2:43
    dat het een harten is.
  • 2:43 - 2:47
    Ook nu weer zijn er 52 mogelijke kaarten
  • 2:47 - 2:51
    met allemaal dezelfde kans om gepakt te worden
  • 2:51 - 2:55
    en hoeveel hiervan zijn harten?
  • 2:55 - 2:58
    13 kaarten zijn harten.
  • 2:58 - 3:01
    Één van elke soort kaart
  • 3:01 - 3:03
    net zoals er dertien ruiten in het kaartspel zijn
  • 3:03 - 3:07
    en dertien schoppen en dertien klaveren
  • 3:07 - 3:11
    dus 13 van de 52 kaarten is een hartenkaart
  • 3:11 - 3:15
    allebei deze getallen zijn deelbaar door dertien
  • 3:15 - 3:19
    en dit is hetzelfde als eenvierde. Eens per vier keer zal ik een harten pakken
  • 3:19 - 3:22
    en ik heb eenvierde kans om een harten te pakken
  • 3:22 - 3:24
    als ik zomaar een kaart pak
  • 3:24 - 3:25
    uit dit geschudde kaartspel
  • 3:25 - 3:27
    Laten we het nu iets interessanter maken
  • 3:27 - 3:31
    wat is de kans
  • 3:31 - 3:42
    dat ik een hartenboer pak?
  • 3:42 - 3:44
    Als je wel eens een kaartspel hebt gezien weet je dat
  • 3:44 - 3:47
    er maar één kaart is die een boer is en ook een harten
  • 3:47 - 3:49
    en dat is dus de hartenboer
  • 3:49 - 3:51
    dus wat we willen weten is de kans dat we precies
  • 3:51 - 3:53
    die hartenboer pakken
  • 3:53 - 3:59
    er is maar 1 gebeurtenis, maar één kaart die voldoet
  • 3:59 - 4:02
    en er zijn 52 mogelijkheden
  • 4:02 - 4:06
    dus er is een kans van 1 op 52 dat ik de hartenboer pak
  • 4:06 - 4:09
    .
  • 4:09 - 4:12
    Laten we het weer iets interessanter maken
  • 4:12 - 4:15
    wat is de kans. Als je wil pauzeer dat even en denk erover na
  • 4:15 - 4:18
    voordat ik het antwoord geef. Wat is de
  • 4:18 - 4:22
    kans dat ik uit een geschud kaartspel van 52 kaarten
  • 4:22 - 4:25
    zomaar een kaart pak en
  • 4:25 - 4:31
    dat deze kaart een harten is OF een boer
  • 4:31 - 4:35
    dus het kan de hartenboer zijn, maar ook de ruitenboer,
  • 4:35 - 4:38
    de schoppenboer of de hartenvrouw
  • 4:38 - 4:41
    of de hartentwee. Wat is de kans hiervan?
  • 4:41 - 4:44
    Dit is wat interessanter, want
  • 4:44 - 4:50
    we weten dan er 52 mogelijkheden zijn
  • 4:50 - 4:53
    maar hoeveel hiervan voldoen aan onze eisen?
  • 4:53 - 4:56
    dat het een boer of een harten moet zijn
  • 4:56 - 5:00
    Om dit te begrijpen zal ik een Venn diagram tekenen
  • 5:00 - 5:02
    dat klinkt als heel wat, maar dat valt best mee
  • 5:02 - 5:05
    Stel je voor dat deze rechthoek
  • 5:05 - 5:08
    alle uitkomsten voorstelt. Je kunt je dus voorstellen
  • 5:08 - 5:14
    dat het een oppervlakte van 52 heeft, voor de 52 mogelijke uitkomsten.
  • 5:14 - 5:17
    Hoeveel van deze uitkomsten zal een boer zijn?
  • 5:17 - 5:19
    Dat weten we al, 1 op de 13 van deze uitkomsten
  • 5:19 - 5:25
    is een boer, dus ik kan een kleine cirkel tekenen met dat oppervlak
  • 5:25 - 5:27
    en ik doe het ongeveer
  • 5:27 - 5:28
    dit stelt de kans op een boer voor
  • 5:28 - 5:32
    dus dat zou ongeveer 1/13 of 4/52 moeten zijn van het oppervlak
  • 5:32 - 5:37
    hier. Dus is teken het zo. Dit hier
  • 5:37 - 5:45
    is de kans op een boer. Het is 4 want er zijn 4 mogelijke
  • 5:45 - 5:53
    kaarten uit 52. Dus dat is 4/52 or 1/13.
  • 5:53 - 5:56
    Wat is nu de kans op een harten?
  • 5:56 - 5:59
    Hiervoor kan ik nog een cirkel tekenen, die staat voor
  • 5:59 - 6:03
    13 op de 52, want 13 van de 52 kaarten zijn een harten.
  • 6:03 - 6:07
    en één daarvan is zowel een harten als een boer
  • 6:07 - 6:11
    dus de cirkel liggen over elkaar heen en hopelijk begrijp je
  • 6:11 - 6:13
    zodadelijk waarom
  • 6:13 - 6:17
    Er zijn dus dertien kaarten die harten zijn
  • 6:17 - 6:21
    dus dit is het aantal harten
  • 6:21 - 6:24
    en is schrijf dit ook op die manier op
  • 6:24 - 6:29
    dat maakt het wat duidelijker. We kijken dus naar --ik haal dat even weg
  • 6:29 - 6:39
    -- het aantal boeren. En de plek waar de cirkels over elkaar heen liggen
  • 6:39 - 6:42
    hierzo is het aantal hartenboeren. Het aantal kaarten
  • 6:42 - 6:45
    uit ons kaartspel dat zowel een harten is als een boer.
  • 6:45 - 6:49
    dat zit in beiden sets, in deze groene cirkel en in
  • 6:49 - 6:53
    deze oranje cirkel. Dus dit hier, dat doe ik in geel
  • 6:53 - 6:55
    omdat ik het probleem in geel deed
  • 6:55 - 6:58
    Did hier is het aantal hartenboeren
  • 6:58 - 7:01
    Ik teken er een pijltje naartoe want het wordt een beetje druk
  • 7:01 - 7:03
    Ik teken het wat groter
  • 7:03 - 7:10
    Het aantal hartenboeren
  • 7:10 - 7:13
    en dat is een overlap. Dus wat is de kans
  • 7:13 - 7:15
    om een hartenboer te krijgen?
  • 7:15 - 7:19
    De kans is het aantal
  • 7:19 - 7:23
    mogelijkheden om aan deze eis te voldoen gedeeld door het aantal mogelijkheden
  • 7:23 - 7:25
    En we weten al dat het aantal mogelijheden 52 is
  • 7:25 - 7:26
    maar hoeveel mogelijkheden voldoen aan de eisen?
  • 7:26 - 7:29
    Dat is dus het aantal, het is
  • 7:29 - 7:32
    je zou kunnen zeggen, kijk, de groene cirkel hier geeft het aantal
  • 7:32 - 7:36
    boeren aan en de oranje cirkel geeft het aantal
  • 7:36 - 7:38
    harten aan. Dus misschien wil je zeggen
  • 7:38 - 7:43
    waarom tellen we niet de groene en de oranje cirkel bij elkaar op
  • 7:43 - 7:45
    maar als je dat doen, dat tel je dubbel
  • 7:45 - 7:51
    want als je ze bij elkaar optelt, vier plus dertien
  • 7:51 - 7:52
    wat zeggen we dan?
  • 7:52 - 7:57
    Dan zeggen we dat er vier boeren zijn en
  • 7:57 - 8:00
    dertien harten
  • 8:00 - 8:03
    Maar als we het zo doen, dan zit in allebei
  • 8:03 - 8:06
    de hartenboer
  • 8:06 - 8:09
    We tellen de hartenboer hier en we tellen de hartenboer hier
  • 8:09 - 8:12
    Dus we tellen de hartenboer twee keer, terwijl er maar één
  • 8:12 - 8:17
    hartenboer is. Je moet er dus van afhalen waar ze gemeen zijn
  • 8:17 - 8:22
    Je moet dat wat zowel een harten als een boer is er weer van aftrekken
  • 8:22 - 8:23
    .
  • 8:23 - 8:25
    Dus je haalt er één vanaf.
  • 8:25 - 8:26
    Je kunt er ook zo over denken
  • 8:26 - 8:34
    Je wilt eigenlijk weten wat het totale oppervlak hier is
  • 8:34 - 8:36
    Ik zoom er op. Ik generaliseer het een beetje.
  • 8:36 - 8:38
    Als je dus een cirkel zo hebt, en nog een cirkel die
  • 8:38 - 8:42
    overlapt. En je wil het totale oppervlak weten
  • 8:42 - 8:46
    van de cirkels. Dan kijk je naar het oppervlak
  • 8:46 - 8:53
    van deze cirkel, en dan tel je het oppervlak van deze cirkel erbij op
  • 8:53 - 8:57
    Maar als je dat doet. Zie je dat
  • 8:57 - 8:59
    je dit stukje twee keer telt.
  • 8:59 - 9:02
    Dus om te zorgen dat je dat stukje maar één keer telt, moet je
  • 9:02 - 9:04
    dat stukje van het totaal aftrekken
  • 9:04 - 9:09
    Als dit oppervlak A is, en dit oppervlak is B
  • 9:09 - 9:15
    En waar ze overlappen is C
  • 9:15 - 9:22
    Dan is het totale oppervlak A plus B min de overlap.
  • 9:22 - 9:24
    Dus min C.
  • 9:24 - 9:25
    Dat is dus hetzelfde als hier
  • 9:25 - 9:28
    We tellen alle boeren en daar zit ook de hartenboer bij
  • 9:28 - 9:31
    en dan tellen we alle harten en daar zit ook de hartenboer bij
  • 9:31 - 9:35
    dus we hebben de hartenboer tweemaal geteld, en we moeten er een aftrekken
  • 9:35 - 9:38
    dat wordt dus 4 + 13 - 1
  • 9:38 - 9:46
    En dat wordt 16/52. En deze getallen zijn deelbaar
  • 9:46 - 9:48
    door vier
  • 9:48 - 9:50
    Dit is dus hetzelde als
  • 9:50 - 9:54
    16 gedeeld door 4 is 4. En 52 gedeeld door 4 is
  • 9:54 - 9:55
    13.
  • 9:55 - 10:01
    Dus er is een 4/13 kans dat je een hartenboer pakt.
Title:
Probability with Playing Cards and Venn Diagrams
Description:

more » « less
Video Language:
English
Team:
Khan Academy
Duration:
10:02

Dutch subtitles

Revisions